Duitse Berichten 39 – Politiek straatgeweld

geplaatst in: Duitsland, Geweld, Maatschappij, nazisme | 0

(8 mei 2024)  Het is hier om de hoek gebeurd. Niet in het stadscentrum en ook niet in een donker steegje. Maar op een grote straat-met-tram in Striesen, een van de mooie wijken van de stad, zeg maar een soort Amsterdam-Zuid van Dresden. Daar werd een kandidaat van de sociaaldemocratische SPD bij het ophangen van verkiezingsaffiches ’s avonds in elkaar geslagen. Door een groepje van vier jongeren, leeftijd 17 en 18 jaar. Matthias Ecke is inmiddels een nationale bekendheid. Hij is kandidaat voor de komende Europese verkiezingen en was zelf aan de slag gegaan met het ophangen van verkiezingsborden, die hier vaak aan de lantaarnpalen bevestigd worden. Het was de allereerste dag van de verkiezingscampagne en hij was alleen. De aanslag was niet het gevolg van een toevallige ontmoeting, het lijkt een geplande daad. De jongens hadden zich onherkenbaar gemaakt met bivakmutsen, en schopten ook nog een medewerker van de Grünen. Ecke namen ze veel harder te pakken. Hij moest naar het ziekenhuis en werd geopereerd vanwege breuken in zijn jukbeen en zijn oogkas.

Binnen een dag reageerde heel politiek Duitsland luid en verontwaardigd. En binnen twee dagen werd om de hoek een protestdemonstratie georganiseerd, op het normaal zo vredige pleintje waar m’n zoon vroeger in het klimrek speelde. Er waren gelukkig nogal wat mensen gekomen op de late zondagmiddag, zo’n drieduizend naar schatting. We hoorden speeches aan van allerlei kopstukken uit de landelijke politiek, die naar de buitenwijk van Dresden waren afgereisd om klare taal te spreken en ‘een signaal af te geven’ zoals dat heet. Dat deden ze goed en helder, oogsten af en toe veel bijval en bij een vrouwelijke spreker leidde de algemene verontwaardiging zelfs tot spontane spreekkoren: Allen zusammen gegen den Faschismus. Maar… het blijven natuurlijk gewoon woorden. Als ze niet gevolgd worden door wetten en praktische maatregelen (politiebescherming? intensieve surveillance? zware straffen voor de daders? – om maar iets te noemen) zal het niet zo veel uitmaken. Dacht ik, terwijl ik meeriep en klapte.

Ik schreef er al vaker over, het gaat om het geweld. Geweldsgebruik is precies de overschrijding waardoor ‘de democratie’ zelf in gevaar komt. Maar eigenlijk moet je dat specificeren: we praten dan over een vrije en gelijke democratie, (ook de DDR die hier vijfendertig jaar terug nog de macht had, was in naam een democratie) die geweldloze tolerantie in de praktijk brengt en machtsopeenhoping wil voorkomen. Geweld legt de bijl aan de wortel van dit tere kaartenhuis. En is meteen de verklikker van heel anders gerichte intenties: tegenstanders hardhandig willen uitschakelen, de macht grijpen, een eind maken aan de vrijheid-in-gelijkheid waar we eigenlijk op doelen als we ‘democratie’ zeggen.

Bijna tien jaar geleden moest ik nog een dik kwartier fietsen naar de binnenstad om daar het ontstaan en de ontwikkeling van het straatprotest Pegida te observeren en te beschrijven. Ik meende er het einde van de Duitse politieke correctheid te zien ontstaan en schreef dat dit nieuwe, incorrecte denken vermoedelijk door de nieuwe partij AfD zou worden overgenomen en de politiek in zou worden gebracht. Dat is inderdaad grondig gebeurd. Pegida zelf bestaat trouwens nog steeds als een kleine hardnekkige kern, maar haar nationaalconservatieve boodschap is intussen bijna mainstream geworden. Ik dacht toen ook dat dit onderliggende sentiment in de openbaarheid van parlementen beter bestreden zou kunnen worden. Daar heb ik me in vergist. De AfD dreigt bij de komende  deelstaatverkiezingen in Saksen de grootste partij te worden. En het klimaat is intussen zozeer vergiftigd, met talloze aanvallen op kantoren van andere partijen en een gruwelijke politieke moord (in Hessen), dat ik nu de fiets niet meer nodig heb om de politieke ontwikkelingen te kunnen volgen.

Behalve van schimpen op alles wat niet wit-nationaal is, waarmee de partij haar grootste aanhang heeft verworven, moet de AfD het vooral hebben van het demoniseren van twee van de regeringspartijen: de ‘Groenen’ en de sociaaldemocraten worden afgeschilderd als oorzaak van alles wat mis is, op landelijk en lokaal niveau. Van de vaccins uit het coronatijdperk tot het stoppen met atoomenergie of het instellen van genderneutrale toiletten – het is allemaal de schuld van ‘links’. Die dekselse figuren die daadwerkelijk iets willen veranderen in plaats van hardnekkig vast te blijven houden aan het sprookje van een gelukkig, wit (Arisch) Duitsland waar het leven goed was. Dat Duitsland nog steeds wereldwijd een van de beste landen is om te leven, met een erg hoog welvaartspeil en een enorm stelsel aan (functionerende) voorzieningen, wordt hierbij voor het gemak verzwegen. Zelfs de gewoonlijk alerte en kritische Volkskrant laat zich in de luren leggen door de AfD-framing als ze spreekt over Dresden en Saksen als de ‘arme delen van Duitsland’. Arm? Ga alsjeblieft een flink stuk rijden door deze en andere oostelijke deelstaten, bekijk er de huizen en de auto’s, en steek dan de grens over naar Tsjechië of Polen – voor je over armoede spreekt.

Het is een taai misverstand dat het moderne rechtsextremisme een product is van armoede. Het gaat om rancune, ongeloof in de bestaande politiek, antistatelijk sentiment en verveling. En het zijn ook echt niet alleen ontevreden, oudere ex-DDR onderdanen op het platteland die zich verwaarloosd voelen, die deze partij ondersteunen. In de gymnasiumklas van m’n zoon blijkt een meerderheid van de jongens, die dit jaar voor het eerst naar de stembus mogen, de AfD te willen kiezen. Hopelijk maken hun ouders (mensen met banen, inkomens en goede vooruitzichten) zich daar net zulke grote zorgen over als wij. Of onze zoon zelf, als hij zich als eenling teweer stelt tegen zijn klasgenoten.

Zulke ouders vormen weer een flink deel van de bevolking van Striesen, waar nog in meerderheid links en/of groen gestemd wordt. De geweldsaanval was dan ook doelbewust gepland. Enkele van de gemaskerde jongens waren aanhangers van extreemrechtse groepen. Er wordt hier al gesproken over georganiseerde Sturmtruppen, die de taak hebben om tegenstanders te intimideren en zodanig te verzwakken dat ze zullen inbinden. De vergelijking met het optreden van de nazi’s in de vroege jaren dertig van de vorige eeuw ligt voor de hand. De eerste dader van het Striesener straatgeweld, die zichzelf is komen melden, was minderjarig en zal dus onder het jeugdrecht bestraft worden. Net als zijn kompanen, die inmiddels ook bekend zijn, werd hij na arrestatie meteen weer vrijgelaten. Er is namelijk geen ‘wettelijke grond voor opsluiting’. Een politicus of diens helper kan je in verkiezingstijd het ziekenhuis in slaan zonder al te directe consequenties. En zo kunnen deze jongens in alle rust een gezamenlijke verdediging in elkaar zetten en uit hun hoofd leren.

Ik schreef al vaker dat de (vrije en gelijke) democratie niet compleet tolerant kan blijven tegenover alles en iedereen, zeker niet zodra de eigen grondvesten in het geding komen. Dan moet ze optreden en zich verdedigen, zonder aarzelen. Anders geeft ze het stuur uit handen, aan het recht van de sterkste in dit geval. En zie het dan maar eens terug te krijgen. Tegelijk moet je constateren dat in een open maatschappij, met veel tolerantie en vrijheid voor de afwijkende mening, de agenda regelmatig bepaald kan worden door elke brutale minderheid. Wat moeizaam wordt opgebouwd door velen kan vrij eenvoudig verstoord worden door enkelingen. En de meerderheid dan? Die zwijgt, kruipt in zijn schulp, laat zich intimideren, verlangt naar rust. Er ligt binnen de vrije democratie een enorm speelvlak open voor activisten die durven, voor allerhande luide minderheden. Zulke minderheden moeten tevreden gehouden worden en krijgen dus een beetje hun zin. Dat is eigenlijk niet meer besturen op basis van meerderheidsbesluiten, maar het tegendeel: minderheidsmacht. En als zo’n intolerante minderheid daadwerkelijke macht verkrijgt, kan je er op rekenen dat het systeem van tegenspraak zelf als eerste aan de kant geveegd wordt. Ik weet niet goed wat daar aan te doen is, behalve door het kaartenhuis zelf te blijven beschermen en te hopen op de kracht van de meerderheid die het wel degelijk wil behouden. Zulke dingen dacht ik, luisterend naar alle goedbedoelende toespraken.

Terwijl ik dit schrijf wordt bekend dat in Dresden opnieuw een (vrouwelijke) politicus van de Grünen is aangevallen bij het ophangen van verkiezingsmateriaal. De stad baadt langzamerhand in negatieve publiciteit.