Bloed op de trap (vóór Kubrick)

geplaatst in: de jaren '70, Film & TV, Kunst | 0

(26 april 2024)  Ik herzag Stanley Kubrick’s bijdrage in het horrorgenre, The Shining, voor het eerst sinds die film uitkwam (in 1980) – en dacht bij een bepaald shot ineens: ja, maar zoiets hebben wij toch ook gedaan? En eerder al. Namelijk een jaar daarvoor.

Dit vraagt geloof ik om enige uitleg. Maar eerst even over die film zelf. Die is niets verouderd, zoals trouwens veel van het werk van Kubrick. Zijn goede films waren al min of meer tijdloos bij hun verschijnen. Ze trekken zich in hun koele beeldende helderheid weinig aan van mode of tijdgeest en staan in het filmische landschap als een soort superieure, onaantastbare statements, enigszins te vergelijken met de geheimzinnige zwarte steen die op de maan ontdekt wordt in 2001; a space odyssey. Kubrick, vijfentwintig jaar geleden gestorven, wordt dan ook nog steeds vereerd als de grote perfectionist van de cinema, de man die slechts om de paar jaar een nieuw werk presenteerde, waar hij in de studio’s vlakbij zijn Londonse huis in complete geheimhouding aan werkte en waar over de hele wereld met ingehouden adem op gewacht werd.

Zo was het ook met de verfilming van Stephen Kings horrorverhaal over het kleine gezinnetje in het voor de winter verlaten Overlook Hotel, waar gekte en moord hun sporen hebben achtergelaten. Ik zag de film destijds in een persvoorstelling, overdag in een klein sfeerloos zaaltje, wat natuurlijk niet ideaal is voor de complete horrorbeleving (ik geloof dat we bij Skoop waar ik in de redactie zat, een special aan Kubrick wijdden); zoiets moet je eigenlijk ’s avonds in de bioscoop zien en daarna in het donker naar huis fietsen en alleen of samen in bed kruipen met de beelden nog vers in je hoofd van lege gangen waar plotseling boze, of juist onschuldige, geesten opduiken met bloedsporen over hun gezicht. Het maakte toch zoveel indruk dat ik de film langdurig niet meer terug hoefde te zien. Nu ik dat toch deed – op een tv-scherm, ook niet ideaal – vond ik nog precies hetzelfde als toen: eerst erg spannend, geheimzinnig, eng en met grote schrikmomenten, dan een beetje ontsporend in alle overacting (Nicholson, maar ook Duvall) en een lange achtervolging die niet erg geheimzinnig is en ook niet meer eng. Afijn. Niet Kubricks beste, maar wel weer een classic.

Fantastisch én klassiek zijn de shots van de lege hotelgang waar plotseling de liftdeuren opengaan en een rivier van bloed in slow motion naar buiten golft, recht op de camera af. In een vervolgfragment pakt de bloedstroom ook een sofa die tegen de muur staat op en neemt hem onverbiddelijk mee. Ja, dat is filmhorror, doodeng en poëtisch tegelijk. Maar had ik zoiets niet al eens gezien? Sterker nog: had ik er niet aan meegedaan, hield ik zelf niet een omgekeerde emmer met bloed in mijn handen?

Inderdaad. Na de Filmacademie werkte ik een paar keer mee aan projecten van Pieter Verhoeff, die toen vaste programmamaker was bij de VPRO. Pieter, geliefde docent van de academie, vroeg me om samen iets te bedenken en te maken voor televisie. We maakten we een avondvullend programma van korte documentaires over Surinamers in Nederland, toen een nieuw en nog nauwelijks besproken onderwerp: In het land van de Bakra’s. Dat werd een geslaagde avond vond ook de VPRO-top. Daarna haalde Pieter me in de redactie van een programma dat minder stevig verankerd bleek. Hijzelf lag intussen in scheiding en was onder de indruk geraakt van een jonge beeldend kunstenares. Zij bracht hem op het onderwerp van Italiaanse erotische stripboekjes, de zogenaamde fumetti, een soort getekende softporno. Het ging bijvoorbeeld over een wulpse politieagente die avonturen beleefde (La Poliziotta), of een andere fraaigebouwde jonge vrouw die zich ’s nachts stiekem amuseerde in een mausoleum, waar een in steen vereeuwigde dode man bleek te beschikken over een flinke (stenen) erectie. Seks, perversie en geweldsdreiging, in fraaie zwart-wittekeningen. Ik zag daar niet meteen een zinnig VPRO-programma ontstaan en aarzelde over de ondertoon van geweld, maar Pieter was erg overtuigd en vond het een belangrijk onderwerp. Hij wilde met hulp van de kunstenares enkele stripfragmenten in scène zetten, een interview met een tekenaar moest voor achtergrond zorgen en ik bedacht een dialoog van twee commentatoren (mannen!), die erover redetwisten of dit stripwerk nu bevrijdend en emanciperend was of juist een vorm van platte exploitatie, die er kortom een morele draai aan probeerden te geven.

Pieter had veel credit bij de VPRO en zo stonden we in de herfst met een klein ploegje te draaien in een groot, verlaten seminariegebouw, waar de kunstenares enkele lokalen als studio had ingericht. Het geheel werd strikt in zwart en wit vormgegeven. Ook de ingehuurde, mooie jonge vrouwen werden door haar in deze twee tinten beschilderd – wit lichaam, zwarte lippen – en moesten dan bijvoorbeeld naakt op een bed liggen. Voor alle duidelijkheid: alles gebeurde met ieders volle in- en toestemming. Er werd van de modellen niets onbetamelijks gevraagd, ze werden keurig behandeld en scènes á la mausoleum kwam niet in het script voor. Het was eerder vampierachtig, maar precies weet ik dat niet meer; ik had intussen de taak van productieleider op me genomen en was er vooral mee bezig dat we alles konden draaien en iedereen ook uitbetaald werd (cash!). Al dat zwart-wit design werd wel in kleur gedraaid, want het ging uitmonden in een scène waarin overvloedig bloed zou vloeien, dat dan met zijn rode kleur alle opgebouwde zwart-wit spanning zou inlossen.

Dat gebeurde op de grote stenen trap van het seminariegebouw, die voor de gelegenheid wit geverfd was. Als bloed hadden we een paar emmers rode verf ter beschikking. De twee experts, beide keurig in pak gestoken, hielden hun strijddialoog al wandelend door de lange gangen van het vervallen gebouw. Ze kwamen voorbij aan de filmset met de modellen en eindigden met een afdaling van de trap. Daar zaten wij klaar met de emmers, om hun gesprek van een krachtig eindeffect te voorzien. Want woorden en morele overwegingen zijn mooi, maar uiteindelijk is een beeld toch sterker: het ‘bloed’ zou alles verzwelgen. We konden het natuurlijk maar één keer doen, het schoonmaken zou uren duren, dus de spanning was groot. En we hebben het gedaan. De mannen liepen voorbij, gingen de trap af en prompt  kieperden wij de emmers om – maar het was verf, en dat loopt niet zo snel. Het bloed bleef kleven en steken. Waarom geen (nep)bloed gebruikt? Dit was de uitdrukkelijke wens van de kunstenares. We gooiden er dus nog wat verf bij en dat was het. Na afloop klaagden de experts over alle verfspatten op hun pakken.

Of het shot geslaagd was wisten we ook niet; alles werd toen op film gedraaid en zonder monitor, we moesten er maar het beste van hopen. Ik weet nog wel hoe blij iedereen was dat we klaar waren en de naargeestige sfeer van zwart-wit angst in een leeg koud gebouw achter ons konden laten. Biertjes werden opengetrokken, een klein feestje kon beginnen. De cameraman dronk zoveel dat hij bij het wegrijden prompt werd aangehouden en uit z’n auto gehaald; hij moest zijn vrouw bellen om hem te komen ophalen. Nee, dit project stond van begin af aan niet onder een goed gesternte en dat werd nog eens bevestigd toen ik later de montage kwam bekijken. Het was een vreemd potje geworden, en nauwelijks erotisch. Dat vonden ook de tv-chefs van de VPRO (Blokker, Kiers): het programma werd afgekeurd en is nooit uitgezonden. Wie weet, is het materiaal nog bewaard en ligt het ergens op een plank in een filmblik te wachten op herontdekking. Maar hoe was dat shot nou geworden, van al het bloed op die trap? Erg matig. Goed bedacht misschien (het shot, niet het programma), maar slecht uitgevoerd.

Dat bedacht ik bij het herzien van The Shining. Kubrick was weliswaar later, maar hij liet ons nog even zien dat in film alles moet kloppen, van idee tot aan de uitvoering. Bloed, in stromen? Zo doe je dat. Geen excuses. Je kan ook zeggen: hij vervolmaakte waar wij slechts van konden dromen. Zijn film wordt nog steeds uitgezonden.

Online diverse GIF’s van het bloedlift-fragment, bijvoorbeeld deze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *