Duitse Berichten 20 – Discussie en macht

geplaatst in: Duitsland, Europa, Maatschappij, Politiek | 0

 

Het Hygiene Museum, plaats van de discussie

(17 okt 2018) Nog één keer ga ik hier wat opmerken over het fenomeen van de openbare publieksdiscussie en dan beloof ik het er verder niet meer over te hebben*. Specifiek gaat het om een discussieavond in Dresden met als thema Europa. Ik ben een boek(je) aan het schrijven over het tekort aan bezieling in Europa, lees: de Europese Unie, vandaar dat ik daar aanwezig was. Maar wat er gebeurde heeft een grotere reikwijdte dan Dresden of Duitsland alleen.

Het Duitse ministerie van buitenlandse zaken had burgers uitgenodigd om vragen te komen stellen over Europa. De zaal zat vol met een dikke honderd man en vrouw, waarbij ouderen duidelijk in de meerderheid waren. Op het podium  de hoofdgast van de avond, Andreas Peschke, chef van de afdeling Europa van het ministerie met een decennialange ervaring als buitenlands diplomaat. Naast hem een journalist van de grote lokale krant Sächsische Zeitung, die de praktische leiding in handen had. Na een korte lezing van Peschke was het tijd voor publieksvragen en -discussie.

Van te voren was te verwachten dat dit weer een boze bijeenkomst zou worden vol ongenoegen over immigratie en Islam, inclusief aanhangers van Pegida die kwaad passages uit de Koran voorlezen. Maar nee; pas helemaal op het eind werd er een bezorgde vraag over de Islam gesteld. Het werd daarentegen een ontzaglijk looiige, onverdraaglijk slome discussie-avond. Inhoudelijk viel op hoe weinig het over Europa ging, hoezeer een goede verhouding met Rusland velen aan het hart gaat en die met de USA niet. Peschke ging dan vriendelijk uitleggen dat we in de EU verbonden zijn aan landen als Polen en Letland die nog steeds doodsbenauwd zijn voor Rusland, en dat men het in Rusland met democratie niet zo nauw neemt, en dat de Verenigde Staten ondanks de huidige president toch een vrije democratie is – het vond bij veel toehoorders nauwelijks weerklank. Geen kwaad woord over zijn rustige, Europese en juiste antwoorden, al waren ze niet erg meeslepend.

Wat er mis was met de avond lag niet aan hem, maar aan de vragenstellers. Aan het publiek dus. Ze hadden nauwelijks vragen over Europa, maar wel over zichzelf. Ze waren steevast veel, maar dan ook véél te lang aan het woord, blij dat ze ‘eindelijk gehoord werden’. De vragen kregen vaak de vorm van een hoogstpersoonlijk verhaal, opgerekt alsof we bij de vragensteller thuis op de koffie waren. Soms vergaten ze überhaupt nog een vraag te stellen. Hoogtepunt in de reeks was zeker de oudere Bulgaarse vrouw die zich naar voren drong om in een lange monoloog de EU aan te prijzen om daarna doodgemoedereerd een zelfgemaakt EU-schilderij tevoorschijn te halen en aan de podiumspreker aan te bieden.

En het lag natuurlijk aan de gespreksleider, de moderator, die helemaal niet modereerde. Dat gebeurt tegenwoordig vaker, en ook daarin steeg de avond boven de typisch Dresdense omstandigheden uit en kreeg algemeen modern-westerse trekjes. Men is als de dood om autoritair op te treden. Hier was daar nog een extra reden voor: de avond stond in het teken van respect voor de deelnemers, en respect voor allen die het woord willen voeren. Dat was immers het doel van de hele onderneming, om de ‘stem van de mensen’ te horen. Die stem afkappen komt dan al snel over als een doodzonde. Iedereen moest dus gelijk aan het woord kunnen komen: ‘hebt u nog een vraag?, en die mevrouw daar achter misschien?’ Goed bedoeld. Maar heel opvallend: het resultaat van zo’n open, democratische aanpak is juist helemaal niet democratisch of gelijk. Het zijn nu de brutaalsten of de meest schaamteloos op zichzelf gerichten die het woord nemen en vooral ook het eindeloos lang vasthouden. Zoals bij een open jamsessie waar een matige muzikant binnenkomt, begint en… helemaal niet meer stopt. De moderatorhouding van niet ingrijpen uit respect voor allen leidt geenszins tot gelijkheid van allen, maar tot onverdraaglijke egotrips. Tot het recht van de sterkste cq. onbeschaamdste in discussieland.

In Nederland zou zo’n avond vermoedelijk snel ontsporen en leiden tot respectloos geroep of beledigingen. In Duitsland heeft men juist teveel respect. Voor het resultaat is het even slecht. Deze avond verloor elke spanning en dynamiek en ging als publieksgebeurtenis ten onder. Juist korte vragen plus antwoorden houden de informatie interessant en kunnen aanleiding zijn voor meedenken, meepraten of protesteren vanuit de zaal. Een goede moderator grijpt in zodra duidelijk is wat iemand eigenlijk wil vragen, om te voorkomen dat het voor alle anderen slaapverwekkend saai wordt.  Een goede moderator verdeelt de vragen over de handenopstekers en zorgt ervoor dat niet steeds dezelfde spreker aan het woord komt. Afijn, u snapt me wel. In de fel beleden wens van moderne discussieleiders om vooral onautoritair over te komen, zakken we af naar het niveau dat de vragenstellers de macht eenvoudig kunnen overnemen, wie zal ze tegenhouden? En wij, brave geïnteresseerden in zinnige info, moeten dat allemaal aanhoren. Het draait om macht, ook in de verbale arena. Werden we vroeger misschien onderdrukt vanaf het podium, tegenwoordig komt de onderdrukking van naast ons uit de zaal. Zijn we iets opgeschoten?

Laatste observatie: De Duitse filosoof Jürgen Habermas, groot democraat, Europeaan en auteur van het standaardwerk Theorie van het Communicatieve Handelen, schrijft dat een democratie niet kan bestaan zonder een goed functionerende openbaarheid. We hebben journalisten nodig, we hebben discussie hard nodig en zeker ook de mogelijkheid tot inspraak. Helemaal waar. Wat hij niet schrijft, maar wat we dan ook nodig hebben, aan de burgerkant, is het vermogen om te discussiëren. Om bijvoorbeeld in het publiek een ter zake doende vraag te stellen en het daarbij te laten. Ik bedoel het niet spottend. De pure vaardigheid van het voeren van een openbare discussie – we kunnen er niet van uitgaan dat iedereen dit zomaar kan, dat men bijvoorbeeld weet dat discussie iets anders is dan persoonlijk leeglopen. Tegelijk is het van groot belang voor het functioneren van een democratie. Wat kunnen we doen? Op scholen oefenen, cursussen bedenken: ‘Discussiëren doe je zó’, een tv-programma als Het Lagerhuis in Duitsland introduceren? En hetzelfde geldt evengoed voor de moderatoren. Op deze manier gaat de openbaarheid aan zijn eigen vrijheid ten onder.

 

Außenpolitik Live – Sprechen wir über Europa – Der Bürgerdialog in het Hygiene Museum Dresden
* Zie deze twee eerdere blogs, en mijn boeken over Pegida en de Jamsessie.