(5 feb 2024) Zo vol heb ik de Theaterplatz al erg lang niet meer gezien, bij een demonstratie. Om precies te zijn: niet meer sinds negen jaar geleden, toen Pegida op zijn hoogtepunt hier zo’n vijfentwintigduizend man op de been bracht. (Ik schreef daar toen een boek over, vandaar dat ik het observeerde. Van hun mening moest ik niets hebben.) Nu is het de andere kant die zich massaal laat horen, met dertigduizend tegelijk.
Het xenofobe Pegida bestaat overigens nog steeds, teruggebracht tot zijn hardnekkige kern van een man of duizend. Zijn politieke rol is al weer sinds lang overgenomen door een echte politieke partij, de AfD, en die is nu het mikpunt geworden van grote tegendemonstraties. Want de toch al van rechtsextremisme verdachte AfD bleek op een geheime bijeenkomst in een Berlijnse villa overlegd te hebben over de gedwongen ‘verwijdering’ van verschillende bevolkingsgroepen uit de Duitse maatschappij, deportatie eigenlijk. Sinds dat bekend werd is er door heel Duitsland massaal geprotesteerd tegen deze nogal openlijke terugkeer van de spoken uit het naziverleden. Ooit kwamen de echte nazi’s ook samen in een Berlijnse villa om de grote lijnen van de Endlösung vast te leggen, de deportatie en vernietiging van de in Europa levende joden: de beruchte Wannsee-conferentie. De echo daarvan is de druppel die nu bij velen de emmer doet overlopen. Sinds twee weken wemelt het in de weekends door het hele land van de demo’s, met overal een grote opkomst. In Dresden, toch bepaald geen links bolwerk, gebeurt het al voor de tweede maal.
Twee weken geleden rekenden de organisatoren hier op hooguit tweeduizend man en barstte het kleine plein voor het Schloss uit zijn voegen. Dit keer is alles ruimer en beter georganiseerd. Een bont gezelschap van jong tot oud, met grootouders, studenten en families met kinderen, staat in goede stemming bijeen, al is van de toespraken weinig te verstaan, en loopt een rondje om de oude binnenstad. Iedereen is blij verrast dat in deze vrij conservatieve stad, hoofdstad van een erg conservatieve deelstaat, opnieuw zoveel mensen opkomen om zich tegen rechtsextremisme en voor de democratie uit te spreken. Destijds noteerde ik al eens de opvallende uiterlijke verschillen met de Pegida-aanhang: daar grimmig kijkend middelbaar en ouder publiek vaak in het zwart gekleed, zwaaiend met vlaggen en agressief toegebruld door ophitsende sprekers, versus hier een veelkleurig publiek van veelal opgewekte mensen, meer met elkaar in gesprek dan luisterend naar de rustige toespraken, of meedansend op de basdreun uit een mobiele geluidsinstallatie. Een kloof in de bevolking? Daar lijkt het wel op.
Het ontbreekt alleen nog aan goede gescandeerde slagzinnen. Ik ben toch al niet zo’n enthousiaste roeper in demonstraties en een flink deel van mijn leven had ik een zin als “Alle zusammen gegen den Faschismus” gewoon overdreven gevonden, alsof we nog steeds in de Tweede Wereldoorlog leven. Maar dat vind ik niet meer en dus roep ik de zin ook. Wat we in deze tijd meemaken lijkt werkelijk een herleving van gedachtegoed dat ik doodgewaand had. En denk nu niet dat dit een typisch Duits verschijnsel is, uit een land waar de Hitler-aanhang zich alleen maar een poosje gedeisd heeft gehouden. Het discrimineren en willen uitsluiten van anderen vanwege hun afkomst of huidskleur, is in Nederland minstens even wijd verbreid, getuige de laatste verkiezingsuitslag. Alleen doen wij nog steeds alsof het bij ons eigenlijk reuze meevalt, en vonden we Duitsland van zichzelf al verdacht. Daar denk ik intussen anders over. Voorlopig heb ik in Nederland nog niets van de massale tegenbeweging gezien die hier op gang is gekomen. Ik ben blij om hier mee te kunnen lopen.
Er is ook iets nieuws bijgekomen. Wat me nog het meest bevalt aan deze (tegen)demo zijn alle zelfgemaakte bordjes met privé spreuken, gericht tegen de AfD, tegen nazi’s en tegen rechts in het algemeen. Die waren er een paar jaar geleden nog niet. Huisvlijt is het, met zorg geschreven en getekend op stukken karton, soms met ducttape aan een tak vastgeplakt, als het maar omhoog gehouden kan worden. Het good old spandoek is helemaal passé, en vroeg ook om minstens twee personen. Dit kan je in je eentje dragen. Er zijn veel variaties op de afkorting zelf: ‘A fucking Disaster’ houdt een middelbare man omhoog. Maar er is nog veel meer origineels. Hier een kleine selectie, waar nodig vertaald.
Ik verheug me niet alleen over de opkomst en de deelnemers, maar ook over de eigenwijsheid en humor van deze bordjes. Vroeger dacht ik dat humor, en comedy, eigenlijk de meest innige vorm van kritiek is. Dat denk ik opnieuw, nu ik hier loop. Humor was ver te zoeken op de bijeenkomsten van Pegida; daar was alleen maar verontwaardiging, woede en agressie. Met humor laat je niet alleen weten dat je het niet eens bent met de andere kant, maar ook dat je het niet op dezelfde manier wilt uiten, in pure tegenagressie. Het toont hoe je wilt leven. Dat is protest naar mijn hart.