(30 nov 2017. Dit is de derde en laatste in een korte serie. De vorige zijn resp. MeToo en het alfamannetje en WeToo.)
Wat te doen tegen seksuele intimidatie? Ja natuurlijk kunnen en moeten daders aangepakt worden en ontmoedigd (wetten, verboden). Ook de cultuur van waaruit het ontstaat kan veranderd worden (opvoeding, onderwijs, campagnes). En even belangrijk is dat slachtoffers ergens terecht kunnen, gehoord worden en ondersteund (vertrouwenspersonen, procedures). Maar naar aanleiding van het incident in een groep dat ik de vorige keer beschreef, bedoel ik de vraag vooral in directe zin: hoe kan je je onmiddellijk ertegen verweren? En meer nog: hoe kan een groep die eromheen staat dit doen?
Eén van de gevolgen van de MeToo-campagne, zo meldt de krant, is dat opvallend veel vrouwen zich momenteel inschrijven voor een cursus Krav Maga, de Israelische vechtsport die erg geschikt is als zelfverdedigingstechniek.* Natuurlijk volgt bij sommigen de kritische kanttekening dat vechttechnieken weinig helpen tegen belediging of verbale intimidatie. En dat het maar de vraag is of die vrouwen het geleerde bij een werkelijke fysieke confrontatie ook kunnen en durven toepassen. Ja, misschien, maar eigenlijk gaat het ook om iets anders: het gevoel dat je niet weerloos hoeft te zijn. Zelf kreeg ik bij de politie een korte training in Krav Maga en ik kan bevestigen dat het aanleren van een paar van zulke zelfverdedigingstechnieken vooral bijdraagt aan een bodempje van zelfvertrouwen. Het is het zelfvertrouwen dat je krijgt van een idee: niet geheel weerloos en dus machteloos te zijn. En dat is veel waard in een arena waar het, zoals ik al schreef, eigenlijk draait om macht en machteloosheid.
In het vorige blog richtte ik me specifiek op de machteloosheid en hulpeloosheid van toeschouwers van seksuele intimidatie. Op hun verlamming, die voortkomt uit een combinatie van angst en gewoon niet-meteen-weten-wat-je-zou-moeten-zeggen-of-doen. Zou het niet goed zijn als we dat wel wisten? Sterker nog, als we daarvoor een techniek kunnen aanleren, analoog aan die van zelfverdediging? Geen fysieke methode, daar bestaan er al genoeg van, maar een verbale methode, een verbale verdedigingslinie.
Dit idee zuig ik niet uit mijn duim. De werkzaamheid ervan heb ik gezien op de politieopleiding. Tijdens mijn jaren als onderzoeker bij de politie raakte ik onder de indruk van de verschillende methodes die politiestudenten in hun allereerste maanden aanleren, bijvoorbeeld om op te treden bij conflicten of om mensen aan te houden ook als ze niet willen. De technieken die ze daarvoor leren zijn niet in de eerste plaats lichamelijk (arm op je rug draaien), maar vooral óók verbaal. Ze bestaan uit een aantal vaste zinnen, aanspreekvormen die standaard worden aangeleerd. De zin ‘Meneer u bent aangehouden, gaat u meewerken?’ geeft een goede indruk van de moderne politieaanpak. Puur het gebruik van deze verbale formules blijkt enorm effectief te zijn om met gezag te kunnen optreden, zo constateerde ik in uitgebreide observaties. (En gezag moet de politie hebben; als zij geen gezag heeft is ze vleugellam).**
Naar analogie met deze politiemethoden kan een methodische en grotendeels verbale aanpak van seksisme en seksueel wangedrag worden vormgegeven. Wat zeg je als eerste als dit jou overkomt (en waar nog ruimte is om iets te zeggen, natuurlijk)? Maar de methode zou zich vooral ook moeten richten op de categorie van omstanders, die verrast en verlamd in konijntje-achtige onmacht toekijken, zonder in zichzelf de middelen te vinden om zich te weer te stellen. Wat zeg je als je het voor je ogen ziet gebeuren? Wat kan je puur met woorden doen om er tegenin te gaan, het aan de kaak te stellen en het te stoppen? Hoe kan je de groep mobiliseren? Ik vermoed dat hier veel meer te halen is dan men denkt.
Ach, dat is toch nergens voor nodig!, hoor ik de cynici gnuiven. We zijn toch sowieso vrij om te zeggen wat we willen en de vrijheid van meningsuiting is onaantastbaar (dat is ze overigens niet, zie mijn laatste boek***), dus moet je vooral helemaal zelf uitmaken hoe je in bepaalde een situatie wilt reageren. Ja, maar het punt is dat als zulk seksisme plotseling opduikt die vrije meningsuiting ineens plaatsmaakt voor verlammende, dierlijke angstmechanismen en een mond vol tanden. In onze vergaand vreedzame wereld zijn we het thema van zelfverdediging gaan verwaarlozen: word je fysiek belaagd? Snel de politie bellen. Anderszins belaagd? Tja lastig, dan ben je.. vooral op je eigen vindingrijkheid aangewezen. Of die van toevallige omstanders. Precies daar gaat het om bij dit voorstel: om de vindingrijkheid van allen, slachtoffer èn omstanders, een handje te helpen. Om handvaten te geven en er een instrument van te maken, een tool, ter bescherming van de persoonlijke integriteit en als weermiddel tegen het recht van de sterkste. Zodat je wéét wat je kunt zeggen om je te verweren en ook hoe je een groep mensen alert kunt maken om zich ermee te bemoeien. Een puur verbale methode. Neem het incident uit het vorige blog: ‘Stop! Hier wordt iets gezegd wordt dat over de schreef gaat. Dit moeten we niet zomaar laten passeren. Wie is het met mij eens?’ Ik kan de methode hier niet hapklaar uitschrijven, maar ik ben ervan overtuigd dat ze door specialisten vrij eenvoudig te ontwerpen is.
Het belang van verbale communicatie wordt vaak onderschat. ‘Je zegt gewoon wat, als je wilt, en kies vooral je eigen woorden’. Maar in de moderne wereld, waar lichamelijk geweld als middel steeds meer wordt teruggedrongen, zijn het de woorden die de taak van vuisten of wapens overnemen. En die dus ook steeds belangrijker worden als machtsmiddel. Naarmate de wereld zich ontdoet van fysieke gewelddadigheid hoeft het eigenlijk niet te verbazen dat agressie zich langs andere kanalen gaat uiten. Dat ze meer verbaal wordt dan lichamelijk. De volgende stap is dan om je op die nieuwe vorm in te stellen en je ertegen te weer te stellen. Tegenover verbale agressie is het zinnig verbale weerbaarheid aan te leren.
Dat had ons geholpen, in dat zaaltje met zijn carré-opstelling waar een docente openlijk seksistisch bejegend werd en wij geruime tijd met onze monden vol tanden zaten. En zonder weerwoord.