(24 feb 2021) Hoe slaat Saksen zich door de pandemie? Erg wisselend.
Eerst ging het opvallend goed, hier in het oosten van Duitsland. Een strenge lockdown van half maart tot half mei, alles dicht en we mochten ons officieel zelfs niet verder dan 5 kilometer van onze woning verwijderen. Maar de besmettingsgraad was laag. De Wocheninzidenz (weekgemiddelde van besmettingen per honderdduizend inwoners) kwam slechts eventjes boven de 35 uit en bleef langdurig hangen in de buurt van de 5, cijfers die je nu nauwelijks meer kunt geloven. Ernstige COVID-zieken uit Italië en Frankrijk werden ingevlogen naar de IC´s van ziekenhuizen in Leipzig en Dresden, er was plaats genoeg. Terwijl de besmettingskaart van Duitsland op veel plaatsen dieprood kleurde, bleef Saksen een gelukkige, lichtgekleurde uitzondering. (Kijk rechts op de kaart, de onderste staat van voormalig Oost-Duitsland). En na mei ging alles weer stapsgewijs open, alleen de mondkapjesplicht in winkels bleef. De Freistaat kwam er betrekkelijk ongeschonden doorheen in vergelijking met andere Duitse deelstaten en zeker vergeleken met het buitenland, zoals Nederland, dat voor Duitsers tot risicogebied werd uitgeroepen vanwege de veel hogere besmettingscijfers.
Natuurlijk ontstonden er hypothesen over hoe dat toch kon: Saksen zomaar de beste van de klas? En dat terwijl de vaak bespotte deelstaat toch grenst aan twee buitenlanden, waarvan vooral Tsjechië meteen zwaar getroffen was. In talkshows en/of krantencommentaren werden wel verklaringen gesuggereerd: het kon liggen aan de betrekkelijke geïsoleerdheid, er was gewoon minder contact met de wilde internationale wereld. In andere woorden: het ‘achterlijke broertje’ van Duitsland had daar nu voordeel bij. (Het is een erg hardnekkig clichébeeld. Zoals Dresden nog steeds de bijnaam heeft van Tal der Ahnungslosen – het dal der onwetenden, omdat in DDR-tijden buitenlandse tv-zenders er niet goed ontvangen konden worden.) Maar ja, bij een stevige hypothese hoort nu eenmaal een duidelijke oorzaak. En niet zoiets slaps als: Saksen heeft gewoon geluk gehad, het is puur toeval. Of: er is altijd één deelstaat de minst betroffene.
Dit is allemaal allang weer oude koek. Want ergens aan het eind van de zomer veranderde de Saksische situatie dramatisch. Al vanaf september begonnen de besmettingsgemiddelden enorm op te lopen, wat later gevolgd door de ziekenhuisopnamen en de sterftecijfers. In oktober drongen veel specialisten aan op onmiddellijke maatregelen, maar die volgden maar mondjesmaat en halfslachtig, onder het motto: de economie moet doordraaien. En zo liep in de herfst, ondanks mondkapjes en eerdere ervaringen, de Wocheninzidenz pijlsnel en spectaculair omhoog tot aan zo´n 450; meer dan het dubbele van het landelijke Duitse cijfer en met uitschieters naar 1000 in landelijke regio´s. De steden hielden de uitbraak verhoudingsgewijs nog in de hand, de grootste brandhaarden bleken de dorpen op het land. Op de besmettingskaart kleurde de deelstaat van donkerrood, naar paars, naar bruin naar tenslotte pikzwart: Saksen was nationale hekkensluiter geworden.
Natuurlijk verschenen er ook weer hypothesen om deze hoge cijfers te verklaren: het kwam door het vrije verkeer met Tsjechië, of door de specifieke bevolkingssamenstelling van de deelstaat, waar meer ouderen wonen dan elders. Het lag aan het isolement en de bijbehorende eigenwijsheid van de bevolking, en boze tongen konden niet laten er op te wijzen dat de hoogste Corona-cijfers correspondeerden met regio´s waar de AfD de meeste kiezers trekt. (De rechtsconservatieve AfD is uit principe tegen alles wat de regering zegt of doet en vond het zinvol om de pandemie zoveel mogelijk te ontkennen.)
Waar het ook aan lag, half december kwam toch de tweede lockdown, landelijk opgelegd. Met als extra maatregel hier een avondklok tussen 10 en 6 uur. Daar werd erg weinig tegen geprotesteerd – terwijl hier toch echt geen gebrek is aan protesteerders, Corona-Leugner, of algehele gezagstegenstanders. Dit is de bakermat van Pegida. Maar ja, waar zou je ‘s avonds laat heen willen? Alles is dicht. En de Saksische winters nodigen niet erg uit tot gezellig buiten abhängen met vrienden, zonder kachel in de buurt. Men hield zich er aan. (Oh, en zeg maar niet dat die hele ziekte een door Bill Gates bedacht griepje is, waar niemand aan overlijdt: binnen onze beperkte bekendenkring hier stierven twee mensen, géén hoogbejaarden, in Nederland al aanzienlijk meer. De overlijdensadvertenties in de lokale krant breidden zich uit van één naar drie pagina´s per dag, het crematorium verderop in de wijk kon het werk niet meer aan en moest de in de gang opgestapelde lijkkisten naar andere deelstaten exporteren; de Duitse oversterfte van vorig jaar werd berekend op 15%, de Saksische had een piek van 50% (!) in december en januari.)
Maar goed. De lockdown deed waarvoor hij bedoeld was. In twee maanden tijd maakte Saksen zijn positie van landelijke achterblijver weer goed, in Dresden liep het besmettingscijfer terug naar 50 en de avondklok werd afgeschaft. Maar waarom Saksen op de beide golven zo verschillend gereageerd had, daar hoorde ik eigenlijk geen enkele hypothese over. Terwijl mij dat juist interessant lijkt, ik houd wel van een goede hypothese. Ik ben vast niet de enige die vermoedt dat hier een erg internationaal fenomeen achter schuilgaat: namelijk dat ´men´, de bevolking dus, de tweede maal gewoon minder zin had om zich aan de regels te houden dan toen de besmetting voor het eerst opdook. We zouden dit het mechanisme van de afnemende gehoorzaamheid kunnen noemen, of ook van de toenemende burgerlijke onwil. Maar waarom trad het juist zo duidelijk op in Saksen?
Het zal zijn omdat ik net Oorlog en Vrede helemaal heb gelezen dat ik wel vatbaar ben geworden voor een heel andere kijk op de zaak, zoals Tolstoj hem presenteert in zijn dikke klassieker. Het wereldgebeuren voorgesteld als een dikke kluwen van menselijk pogen, tegengestelde bedoelingen, chaos en toeval, die veel te complex is om door één duidelijke oorzaak gestuurd te worden. De geschiedenis gaat zijn eigen ondoorgrondelijke gang. Bij Tolstoj kan het balletje eigenlijk steeds alle kanten op rollen en kan elk detail ineens van doorslaggevende betekenis worden, getuige de schitterende beschrijvingen van veldslagen waar chaos, onwil en toeval de dienst uitmaken. Niks heldere verklaring.
Afijn. Het belangrijkste is natuurlijk niet hoe het komt, maar hoe we ervan af komen. Inmiddels stagneert de daling alweer, de lente lijkt begonnen en de eerste picknicks aan de Elbe vinden plaats. Men houdt zijn hart vast voor een derde golf. Laten we het er op houden dat in Saksen, net als in de rest van de wereld, maatregelen nodig waren, en zíjn. En dat die in combinatie met de vaccinatie ervoor gaan zorgen dat aan deze bezoeking toch een eind komt. Blijf gezond allemaal, en houd vol.