(9 april 2020) Mijn 2 cent over het onderwerp waar iedereen over praat, schrijft en denkt.
– In De Volkskrant dringt Leon de Winter aan op een snel onderzoek naar de werkelijke besmettingsgraad van het virus onder de bevolking. Goed idee. Precies dat is wat de Duitse virologieprofessor Streeck op dit moment aan het doen is. In de gemeente Heinsberg, vlak over de grens bij Limburg. Daar was de eerste grote Duitse uitbraak van corona begin maart, daar vielen de eerste doden. Streeck is een jonge man (ik vind iedereen jong) die goed uit zijn woorden komt en in no time is opgestegen tot de nieuwe ster tussen de vele virologie-experts die dagelijks het woord voeren op de Duitse televisie. Vooral ook omdat hij niet naar voren trad met een mening, maar met een practisch onderzoek, dat daadwerkelijk en onmiddellijk uitgevoerd kon worden. En passant was hij verbaasd dat het Robert Koch Instituut nog niet in Heinsberg bezig was. Het RKI is het RIVM van Duitsland, de hoogste virusautoriteit, die elke dag de cijfers meldt en soms prognoses geeft. Deze kans hadden ze kennelijk over het hoofd gezien.
Het onderzoek in Heinsberg vindt plaats as we speak. Een representatieve steekproef, met tests en persoonlijke vragenlijsten. Naast zaken als verspreiding, infectie en ziekteverloop wil men antwoord krijgen op Leon’s vraag: hoeveel mensen zijn er nu eigenlijk geïnfecteerd? Dus ook degenen die er weinig of niets van gemerkt hebben. Heinsberg is zo geschikt omdat de uitbraak alweer een maand geleden plaatsvond. En de bereidheid om mee te doen is groot, zo werd al gemeld. Nog belangrijker: de eerste resultaten worden nog voor Pasen verwacht. Wie weet horen we het al vanavond, als Streeck te gast is in de veelbekeken talkshow van Markus Lanz. Via de duizend ondervraagden/onderzochten kunnen percentages vastgesteld worden (niet-geïnfecteerd, geïnfecteerd, ziek geworden, doden) en dan hochgerechnet naar het totaal van de Duitse bevolking. Is corona qua dodelijkheid te vergelijken met een flinke griepgolf, is de sterfte hoger, of juist veel minder hoog, zoals velen hopen? Wachten op Streeck, dat zijn we in Duitsland aan het doen.
UPDATE: eerste gegevens wijzen op een besmetting van 15% in het behoorlijk zwaar getroffen dorpje Gangelt. Dat geeft een ‘sterftegraad’ van 0,3 procent. Ik hoor de opluchting van Leon en anderen.
– Maar helaas is die besmettingsgraad toch niet het ene belangrijke gegeven, dat ons de oplossing gaat brengen. (Nog helemaal afgezien van de ethische dilemma’s. We blijven even bij de ‘koele, koude’ berekeningen.) Want stel dat het ‘meevalt’ en dat de sterfte slechts een halve procent is, of nog minder? Ook bij Lanz, gisteravond, de veelgevraagde nuchtere SPD-politicus Karl Lauterbach, ook epidemioloog: naar zijn schatting heeft nog slechts hooguit één procent van de totale Duitse bevolking het virus ‘gehad’, niet-symptomatische mensen meegerekend. Dat is dus de besmettingsgraad, waar De Winter naar vroeg, maar landelijk. Reken even mee: in het hele land zouden 800.000 mensen besmet zijn, waarvan verreweg de meesten er weinig tot niets van hebben gemerkt. Het officieel vastgestelde aantal geïnfecteerden ligt hier op 110.000, maar die kregen symptomen van de ziekte. En het dodental is ongeveer 2000. Geeft een sterftepercentage van 0,28; om niet te optimistisch te zijn maken we er 0,3 van. Dat is ‘geruststellend’, want minder dan bij een flinke griepgolf. Oké, opengooien dan maar, exitstrategie en Lockerung van de lockdown om de economie te redden?
Ho, wacht even. Kijk nog eens goed naar die landelijke 1 procent geïnfecteerden. Dat is nog mijlenver verwijderd van de veel besproken groepsimmuniteit, die gaat intreden bij 60 á 70 procent. En realiseer je dan dat dit kleine miljoen al bereikt was in de korte tijd vóórdat de lockdown in Duitsland van kracht werd. Dit virus is ongelooflijk aanstekelijk en razendsnel. (Er zou een maat gevonden moeten worden voor de besmettingssnelheid.) Als de maatregelen sterk verlicht worden zal het virus wéér snel om zich heen grijpen, er is nog zat bevolking beschikbaar. Als dat slechts 10% van de Duitse bevolking overkomt, ligt het aantal infecties al op 8 miljoen, met grotendeels mild verloop. Maar zelfs bij de ‘lage’ sterfte van 0,3 procent krijgt men dan te maken met zo’n 24.000 doden. En nog veel meer ernstig zieken. In een heel korte tijd. Vermenigvuldig dit met 6 á 7 en je weet hoeveel doden er minimaal vallen voor zoiets als groepsimmuniteit in Duitsland om de hoek komt kijken. En nogmaals, dit is de optimistische calculatie. Het kunnen er ook veel meer zijn. Intussen is het complete ziekenhuissysteem al lang omgevallen. Ook al valt de sterfelijkheid ‘mee’, de pure besmettelijkheid van dit virus dwingt tot enorme behoedzaamheid.
Lauterbach wond er geen doekjes om en voorspelde een eind aan alle groepsbijeenkomsten voor de rest van dit jaar, en mogelijk ook het volgende. En een lange periode van aanpassing en beperking voor allen, inclusief de economie. Geen zomervakantie, geen festivals, geen strandplezier, geen reizen. Alsof onze wereld langdurig zijn adem moet inhouden. ‘We hebben nog niets gewonnen’, aldus Lauterbach. Goede gezichtsmaskers, een app en uitgebreide tests noemde hij minimale voorwaarden om een contactarme afstandsmaatschappij langzaam weer op te kunnen starten. En de gewone? Die verdwijnt voor lange tijd uit beeld.
– Expres heb ik, als filosoof, dit onderwerp niet benaderd vanuit ethiek. Dat is de leer van goed (en slecht) handelen; wat moet je doen, wat moet je laten? Ik ben geen ethicus en heb het regelmatig moeilijk met meningen en commentaren vanuit de professionele ethiek. (Dan hebben we het niet over de Ethica’s van Aristoteles en Spinoza, dat is andere koek.) Waarom? Omdat ze me soms zo wereldvreemd voorkomen.
We krijgen een uiteenzetting over de utilistische leer (zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen, dus: een rekensom) afgezet tegen de Kantiaanse (grofweg: elk leven is even veel waard en ‘heilig’) of nog een andere, toegelicht met het bekende voorbeeld van de trein die afstormt op één man of een groepje; wat doe jij als je aan de wissel staat? Of we horen dat we ‘de dood meer in het leven moeten toelaten’. Of dat er in wel erg martiale taal gesproken wordt over een ‘strijd’ of zelfs een ‘oorlog’ tegen het virus.
Het is niet dat ik het met al die gedachten oneens ben. Maar ik vind ze precies dát: gedachten, en vaak heel algemene. Alsof het een principe is dat ons hier zal redden. Preciezer: één principe. En de ervaren ethicus legt ons voor uit welke principes we kunnen kiezen. Ik krijg dan het gevoel dat dit niets helpt. Dat het te generale overwegingen zijn. En dat de ethici niet zien dat die verschillende principes in de praktijk al lang bekend zijn, dwars door elkaar heen spelen en in een permanente spanning staan. En zullen blijven staan. Echt, de doktoren en verplegers in het ziekenhuis doen hun best om alle levens te redden. Ze weten ook wanneer dat geen zin meer heeft en het erom gaat iemand in waarde te laten sterven. En dit gebeurt in een dagelijkse afweging, als routine. Er wordt al heel veel en goed nagedacht. Een ethiek die alleen vragen stelt, of oproept tot nadenken, is als een leraar die ver achter de feiten aanloopt en vooral zijn eigen machteloosheid toont.
De Duitse Ethiekraad, een hooggeleerd college, vergaderde langdurig over hun advies aan de medici rond het probleem van de triage, de eventuele beslissing om de ene patiënt wel te behandelen en de andere niet. Wat er uitkwam? Niets. Het enige advies was om toch vooral ‘een zorgvuldige afweging te maken’. Joehoe, dat doen ze al! Waarom ze niet helpen met een ethische mening, een standpunt?
Filosoof/arts Marli Huijer zegt op de vraag of het doel de middelen heiligt, ‘ik weet eigenlijk niet wat het doel is’. Dat moet de overheid eerst expliciet benoemen, vindt zij. Dan komt het goed uit wij vandaag een brief kregen van de Saksische minister-president Kretschmer aan alle burgers, waarin hij unverfroren schrijft: ‘we hebben slechts één doel: we willen het leven van geliefde medemensen en familieleden redden’. Dat is misschien niet diep filosofisch, maar zo duidelijk als wat. Soms luister ik liever naar de practici.
– En hoezo moeten we die dood toch zo nodig ‘meer toelaten’? Wat we doen door te leven is de dood op een afstand houden. Langer leven, meer meemaken, je geliefden blijven volgen en jezelf ontwikkelen – wat is daar mis mee? En als ergens een ramp gebeurt – aardbeving, tsunami, oorlog – is onze eerste reactie om levens te willen redden. Gelukkig maar dat we die reactie nog hebben. Waarom zou dat bij een pandemie anders moeten zijn? Ik heb echt een hoop dood toegelaten en moeten toelaten in mijn leven, dat krijg je sowieso als je ouder wordt. Maar de gelatenheid en acceptatie kunnen me eigenlijk gestolen worden. Ik houd het liever bij Dylan Thomas:
Do not go gentle into that good night / but rage, rage against the dying of the light.