(25 mrt 2019) De schrijver Michel Houellebecq lijkt over een bijzonder voorspellend vermogen te beschikken. In zijn roman Platform uit 2001 plegen extremististische moslims een aanslag op een westers vakantie-resort in Thailand. Kort erna gebeurde zoiets in de werkelijkheid, bij de bomaanslag op Bali. Naar zijn roman Onderwerping (Soumission) werd met spanning uitgekeken, omdat het (opnieuw) ging over de verhouding van de westerse cultuur met de Islam en er zelfs een machtsovername door een Islamitische politieke partij in voorkwam; precies op de dag van publicatie, 7 januari 2015, pleegden islamistische fundamentalisten hun aanslagen op Charlie Hebdo en een joodse supermarkt. (Een vriend van MH werd gedood, hij cancelde zijn publiciteitstournee). En nu is er dan het nieuwe boek Serotonine, waarin het onder meer gaat om een gewelddadige opstand van Franse melkveehouders in Normandië. Ditmaal lijkt Houellebecq het optreden van de Gele Hesjes te hebben voorvoeld. Ik zal niet verraden wat er precies gebeurt, maar de passages zijn niet te lezen zonder onmiddellijk te denken aan de actuele rellen in Frankrijk. Ze waren nog niet begonnen toen de schrijver deze roman bedacht en schreef.
Is Houellebecq een helderziende? In elk geval een schrijver met een heel precieze antenne voor wat er speelt aan, of vlak onder, de oppervlakte van de westerse cultuur en politiek. Houellebecq is een denkende romancier, een cultuurfilosoof eigenlijk, die zijn vrij pessimistische gedachten over onze wereld niet vormgeeft als beschouwingen , maar als simpele verhalen over manlijke hoofdpersonen die zich slecht thuis voelen in de wereld. Er wordt behoorlijk wat overpeinsd en nagedacht in zijn romans, maar het zijn geen aangeklede essays. Er is steeds genoeg verhaal en vooral ook actie om met de hoofdpersoon(en) mee te leven – althans, in zijn goede boeken is die balans heel vanzelfsprekend. Daarbij hanteert Houellebecq een eenvoudige, directe schrijfstijl die maakt dat je dit ook wilt lezen; hij doet als schrijver niet moeilijk, hij put zich niet uit in fraaie beschrijvingen van het landschap of van het weer, of in opzettelijk mooi gemaakte, ‘literaire’ zinnen. Hij schrijft zonder al te veel omhaal op wat hij wil zeggen – en dat werkt als een verademing tussen veel romans die vooral uitstellen, verpakken en camoufleren wat ze eigenlijk willen zeggen.
Ik ben een (kritische) liefhebber van Houellebecq sinds ik zijn roman Elementaire Deeltjes (1998) nogal ademloos in één ruk uitlas, druk strepen zettend bij allerlei cultuurfilosofische passages – en na wat terugbladeren het vervolgens in zijn geheel direct nog eens las. Dat was me zo nog niet eerder gebeurd bij een boek. (Zijn volgende boeken heb ik niet herlezen. Evenmin als vrijwel alle andere boeken. Een boek herlezen, dat blijft voorbehouden aan een paar hele bijzondere.) Het zegt iets over de pure kracht van het rebelse denken van Houellebecq in dat boek en over zijn vermogen om daar een pakkend, zelfs ontroerend verhaal omheen te maken. Zo ontzaglijk goed is het daarna niet meer geworden, maar ook zijn romans De kaart en het gebied en Onderwerping zijn naar mijn smaak kleine meesterwerken.
Dit wil weer niet zeggen dat ik het steeds met het denken van MH eens ben, laat staan dat ik ermee dweep. Houellebecq wordt wel gezien als ‘reactionaire’ denker, die een diepe malaise constateert in de moderne westerse, door het kapitalisme beheerste (blanke) cultuur en de schuld daarvoor graag legt bij de hippies en de generatie van ’68, met hun doorgeslagen viering van het vrije individualisme. En waar hij dat doet is het zeker provocerend, niet juist maar wel grappig – maar eigenlijk is het nog niet de ware boodschap van dit werk. Want wat Houellebecq boek na boek pijnlijk signaleert is vooral de onmacht en onvrede van de moderne westerse man. Na eeuwen (of millennia?) van vanzelfsprekende overheersing vindt deze zichzelf terug in een wereld waar vrouwen zijn gelijke zijn geworden, of eigenlijk: hem de baas zijn, want zij kunnen kinderen krijgen – en hij voelt zich er onmachtig, leeg en overbodig. Hulpeloos. Houellebecq is een profetische schrijver omdat hij dit pijnpunt in het (westerse, mannen-) bestaan telkens feilloos weet te vinden en de wond genadeloos opentrekt. Hoewel ik zijn pessimisme niet deel, vind ik de analyse scherp. Als hij over vijftig jaar nog wordt herdacht, zal het zijn omdat hij de westerse man betrapt heeft op een belangrijk keerpunt.
Eigenlijk wordt dit wereldbeeld al tot in zijn consequenties doordacht in Elementaire Deeltjes; daar bedenkt de geleerde broer een genetische manipulatie om de man te ontdoen van zijn man-zijn en verlost hem daarmee uit zijn moderne lijden. In het vervolg, de science fiction roman ‘Mogelijkheid van een eiland’, leidt die uitvinding tot een steriele wereld en een dito verhaal. In de andere, realistischer romans blijft de eigentijdse manlijke hoofdpersonen weinig anders over dan het zoeken van een toevluchtsoord: vluchtige seks, godsdienst, kunst.
Ja, of geweld natuurlijk. Ook dat biedt een uitweg voor de moderne, zwaar gefrustreerde man. Of in combinatie met de steeds loerende depressie: zelfvernietiging. Dat laatste is wat er nu gebeurt in het nieuwe boek, Serotonine – ik zal het niet allemaal verklappen. Alleen ditmaal is er weinig verhaal, de ingrediënten doen overbekend aan en alle fut lijkt er uit. Het zal precies de bedoeling en zelfs de boodschap zijn – de moderne man wil verdwijnen – maar dat maakt het er niet veel beter op. Met zo’n ongeïnspireerde hoofdpersoon is het lastig meeleven, of zelfs geïnteresseerd te blijven. Houellebecq blijkt dus ook een boek te kunnen schrijven dat ik telkens weglegde en slechts met moeite uitlas. Zou de pijp langzamerhand leeg zijn, het thema uitgeput? Ik houd het op een dipje en hoop nu op een politieroman, een detective, een James Bond misschien?, door de ogen van deze mannen-wanhoper. En blijf benieuwd wat hij dan weer zal voorvoelen aan naderend onheil.