De grote bevrijding; Blue Movie revisited

(7 okt 2023)  Voor m’n volgende boek, over film en filosofie als raadgevers bij levensvragen, herzie ik af en toe een oude film. Zo ook het fameuze Blue Movie uit 1971. Kort gezegd gaat deze over de nieuwe seksuele vrijheid van jonge mensen, uitgeleefd in de destijds gloednieuwe galerijflats van de Bijlmermeer. De film die eerst verboden werd en daarna toch toegelaten, was een enorm kassasucces en maakte het jonge duo Pim (de la Parra) en Wim (Verstappen) met hun firma Scorpiofilms tot miljonairs. Ik zag hem ooit als filmstudent, en nog eens op een avond van een studentenvereniging, waar ik als inleider/filmcriticus iets verteld heb, geen idee wat. Met een afstand van decennia herzag ik nu de film, op DVD in een behoorlijk slechte staat, nieuwsgierig en met verbazing. Wat me het meest opviel:

Meer dan een drama is het een soort inleiding in de ‘nieuwe zedelijkheid’ van eind jaren zestig, ofwel in de seksuele vrijheid die ontstond door de uitvinding van de pil. Mannen en vrouwen konden nu eenvoudig van seks gaan genieten, zonder zich voortdurend zorgen te maken over de gevolgen van een vrijpartij. Ofwel seks was, voor het eerst in de menselijke geschiedenis, definitief losgekoppeld van voortplanting. Nou ja… er waren natuurlijk al veel langer condooms en andere voorbehoedsmiddelen beschikbaar. Maar nu was het gemakkelijk geworden, een kwestie van een pilletje slikken. Door de vrouw dan, wat hier als iets vanzelfsprekends wordt voorgesteld. De jonge Carry Tefsen moet lachen als hoofdpersoon Michael met condooms aan komt zetten: hoezo, die zijn toch overstegen door de pil! En zij, net als veel andere jonge vrouwen in deze film, geniet volop van de mogelijkheden die dit haar biedt.

Althans… zo stelt de film de zaken voor. De seksuele revolutie als vrouwenbevrijding. Een veelvoud aan alleenstaande, dan wel getrouwde, vrouwen zoekt het gezelschap van Michael, die net een jarenlange gevangenisstraf heeft uitgezeten. Ook aan zijn misdrijf, seks met een 15-jarig meisje, wordt onder de moraal van deze nieuwe tijd niet zwaar getild. Michael (Hugo Metsers sr.) vindt al snel zijn plek onder de bewoners van de galerijflats als promiscue dekhengst, omringd door wellustige dames. Een male gaze (manlijke blik) op seks en op vrouwen? Dat kan je wel zeggen. Michael zal doorgroeien tot organisator van seksfeesten en goedverdienende pornokoning in de dop. Als kleine morele waarschuwing laat de film hem eindigen bij een echte liefde, waar hij dan zijn penis niet meer omhoog krijgt. Tja, dat krijg je van al die losbandigheid, waar het (manlijke?) publiek zich intussen tachtig minuten lang aan heeft kunnen opgeilen. Een nogal hypocriete moraal, die echter verborgen blijft achter alle expliciete beelden begeleid door drenzige muziek.

Maar dat moet ook gezegd worden: in deze Nederlandse versie van de male gaze komt ook het grootste taboe van de erotische speelfilm, de penis in erectie, in volle glorie in beeld. Metsers’ lid is voortdurend prominent aanwezig, in verschillende stadia van opwinding. Ongegeneerd en zonder body double. Dat is eigenlijk opvallender dan de vele naakte of halfnaakte vrouwen, en wat dat betreft wordt de man hier met gelijke munt betaald.

‘Zo was het daar gewoon, dat gebeurde daar echt’, zo lichtte Wim ooit het startpunt van de film toe. Vrienden die hun intrek hadden genomen in de grote, nieuwe flats van de Bijlmermeer rapporteerden over de lift als contactplaats, de flats als geschikte plek voor onbespiede avontuurtjes en over spontaan georganiseerde seksfeesten in het weekend. Hij had er met Charles Gormley een verhaaltje omheen gemaakt, compleet met Kees Brusse als mopperige apenwetenschapper om er een kader aan te geven – maar de basis was documentair. En dat merk je nog steeds. Het meest veelzeggende beeld is er niet een van jonge neukende paartjes, maar van de oudere toeschouwers die er op een seksfeest naar staan te kijken. Daarin komt het echte drama van een veranderde tijd samen.

Is het verder ook nog boeiend, behalve als een soort sociologisch tijdsbeeld? Nee, helemaal niet. Het is een nogal bloedeloos verslag van seksuele gebeurtenissen in en om de galerijflats, waarbij geen enkel pakkend persoonlijk drama tevoorschijn komt. Dat ligt natuurlijk ten eerste aan het script, dat helemaal niet uit is op zulk drama. Het ligt ook aan de volstrekt niet-innemende hoofdrol van een jongeman die zich slechts voor één ding interesseert (ongeveer zoals de hoofdpersoon in Midnight Cowboy uit ’69, die hier mogelijk als voorbeeld gediend heeft; maar in die film wordt juist alles persoonlijk en dramatisch, en lukt wat hier slechts aangestipt wordt). Blue Movie was destijds al niet mijn favoriet in het oeuvre van Verstappen, die bijvoorbeeld met VD een veel sterker, ironisch-afstandelijk tijdscommentaar afleverde. Bij herzien vond ik hem slap en smakeloos, regelrecht in de lijn van de Duitse softpornofilms van begin jaren zeventig. (Had de Duitse co-producent Dieter Geissler in deze versie soms nog wat meer gratuït bloot toegevoegd?) En dan hebben we het nog helemaal niet over alle seksistische incorrectheid van deze film, bekeken vanuit de huidige tijd.

Maar juist daarom moet de film zorgvuldig bewaard worden. Als een bewijsstuk hoezeer de tijden én de bijbehorende moraal kunnen veranderen. En dus ook als een spiegel, die laat zien dat wij zelf ook mee veranderen en ons soms überhaupt niet meer herkennen in wat we ooit gedaan, gevoeld of gedacht hebben. Als oefening in bescheidenheid.

En ik moet nog meer positieve kanten aan deze film noemen, die ook mijzelf geraakt hebben. Dankzij de miljoenen van Blue Movie konden Pim & Wim een paar jaar lang achter elkaar bioscoopfilms maken, wat toen voor Nederland ongehoord was. Daarmee kreeg een generatie pas afgestudeerden van de Filmacademie de kans zich te bekwamen in alle onderdelen van het filmen, Scorpio fungeerde als een praktische filmschool. En de echte Filmacademie ontving van Wim, het financiële brein van de firma, een grote schenking, die tegelijk kon dienen als aftrekpost. Dat geld vergrootte het budget van de school enorm en kwam precies in de tijd dat ik daar zat. Een paar jaar lang konden er academiefilms gemaakt worden zonder extra financiering, op een schaal die daarvoor onmogelijk was. Ik en velen met mij hebben daarvan geprofiteerd, met veel dank aan de vrijmoedige seks in de Bijlmer.

Vooral dit realiseerde ik me, bij het weerzien: Ik hoor eigenlijk bij de volgende generatie, zo’n tien, vijftien jaar jonger dan de volwassenen die hier hun bevrijding vieren. Voor ons, jongeren opgroeiend in Amsterdam, was dit allemaal alweer volstrekt normaal. Natuurlijk stond seks los van voortplanting! Natuurlijk was er de pil (de nadelen werden pas in de loop van het decennium duidelijk). Dat hoefde niet meer veroverd te worden, dat was voor ons gewoon de bodem van het bestaan. Niet dat daarmee alle problemen opgelost waren, er bleven er nog genoeg over. Maar natuurlijk kon je lol hebben bij een one night stand, so what, wat was daar zo opmerkelijk aan? Het waren volgende bevrijdingen die ons bezighielden (van jongeren, vrouwen, homo’s, ‘derde wereld’landen), maar deze niet meer. Zo snel gaat dat kennelijk, met een bevrijding. Een paar jaar later kijkt niemand er meer van op. Ook daarom moet Blue Movie bijgezet worden in het museum van de zedengeschiedenis van Nederland, omdat ze er hier nog heel erg van opkeken.