(Dit stukje schreef ik ruim twintig jaar geleden, toen Bram Vermeulen nog leefde. Ik publiceer het alsnog, als bijdrage aan de herdenking van de oprichting van cabaretgroep Neerlands Hoop, 50 jaar geleden, en de theatrale revival van hun oeuvre.)
Al bij de eerste gezongen regels van Quo vadis, Scania Vabis is het mis. Hij is zijn stem kwijt en niet zo’n beetje ook. De band speelt lekker, ze zien er mooi uit in hun zwart met rood. Maar de zanger klinkt als schuurpapier. En het zou juist een avond vol muziek worden: Frits, een optreden van Freek de Jonge met popgroep de Nits in Carré.
Ik heb dit vaker meegemaakt in het theater. Ooit bij ‘Tweebeeke sings ten Holt’ in het Shaffy, stopte zanger/lichtontwerper Reinier Tweebeeke al na een paar nummers, bij gebrek aan stemgeluid. De band maakt het concert af, zonder zang. En korter geleden, na een half uur Kaatje is verdronken van de Mexicaanse Hond, hield de zwaar raspende keel van Aat Ceelen het ineens voor gezien. Er kwam niks meer uit. Voorstelling pardoes beëindigd, het publiek kon over een maand terugkomen.
Maar Freek stopt niet. ‘Een haring’, roept iemand als suggestie, en: ‘niet zingen’. ‘Dat zeggen ze ook tegen Seth Gaaikema’ antwoordt hij. Wat moet dit worden als hij de avond gaat redden met grappen over de beruchte collega? Waarom blaast hij de boel niet af? Waarom speelt dat leuke bandje niet even een set eigen nummers, zodat hij een pot stemgember naar binnen kan werken? Stel je voor dat Lenny Bruce met The Band op tournee was, dan konden die jongens het in een noodgeval toch wel even overnemen? Of gaat het allemaal nog meevallen? Nee. Het wordt een drama van een steeds maar brekende stem, van zwaar schurende klanken uit een strottenhoofd vol gruis, glasscherven aangestampt in een gebroken bloempot, het rochelen van de steenspuwende vulkaan Stromboli. Eerst probeert hij nog te zingen, dan spreekzingt hij zich door de nummers heen.
Hoe vaak heb ik Freek gezien in het theater? Twintig, dertig keer? En hoe vaak op tv, en op andere plekken, en op plaatsen waar hij helemaal niks te maken had? Soms dacht ik wel eens: ik wou dat je zijn stem even kon afzetten. Dat kan dus, blijkt nu.
En is het daardoor ook plotseling beter? Nee. Er is veel minder te lachen. Maar wat een rustige avond hebben we ineens. En wat een muziek. Wat kan je lekker wegglijden. Wat is Bello, de hond toch aandoenlijk, wat waren de Neerlands Hoop-nummers toch mooi, wat worden we oud, wat spelen de Nits als een meer dan perfecte begeleidingsband, wat trekken er een weemoedige ballads voorbij. We halen de pauze, en dan halen we het einde van de avond ook. Freek worstelt zich met enorme inzet door het hele programma van bijna drie uur, inclusief toegiften. Hij spaart zijn stem niet. Zijn keel moet nu de omvang hebben van een meloen en aanvoelen als een open wond gewikkeld in prikkeldraad. Ook Brel gaat door de vergruizer, maar het maakt niet meer uit. De band blijft cool en super. Tot slot is er een meezinger met toetertjes, die herinneringen oproept aan de gouden dagen van De Tragiek. En er zijn ook andere herinneringen, aan een grote afwezige.
Hoe was de avond geweest mèt stem? En hoe vaak moet ik dit nog meemaken om in het Guiness Book of Records te komen? Mag ik dan nu alvast een wens doen, vanwege driemaal? Ah, Freek doe me ’n lol: als je toch al die oude liedjes zingt, kan het dan ook eens in een reünie met de componist? Bram Vermeulen, ja, en dan noemen we het Fram of (beter) Breek. En mag Mayonaise er dan misschien ook bij? Ik bedoel maar: als jij dan je stem kwijtraakt kan er iemand anders gewoon doorzingen.