(31 mei 2017) Eh, wacht even, Duitse popmuziek? Schlagers zal je bedoelen. Heino, Heintje, of anders Rex Gildo? Nee, beste Nederlandse lezer. Voordat we bij het eigenlijke onderwerp komen, eerst maar even een oud vooroordeel uit de weg ruimen. Er bestaat inderdaad wel degelijk Duitse popmuziek, die ook leuk en lekker is om te horen. En dan hebben we het niet over de matadoren uit de jaren tachtig als Herbert Grönemeyer (onverminderd actief en populair), eeuwige rocker Peter Maffay (van ‘Du bist alles was ich habe auf der Welt’) of balladezanger Reinhard Mey (‘Gute nacht Freunde’, nu wat meer op de achtergrond). Oh en dan ben ik Nena (‘Neunundneunzig Luftballons’) helemaal vergeten, ze is nog volop actief. En oók hebben we het niet over de nog steeds bestaande schlagerindustrie, die zich echter ernstig vernieuwd en verjongd heeft en inmiddels wordt aangevoerd door vrouwen – Helene Fischer, Andrea Berg – die voor bomvolle stadions hun op Amerikaanse leest geschoeide shows afwerken.
Het gaat om een nieuwe generatie van Duits zingende (vooral) mannen en jongens, die af en toe doodgewoon lekkere nummers schrijven, met soul, met swing, met gevoel en met aardige teksten. Ik noem er een paar, op YouTube is het allemaal uitvoerig te zien en te horen. Xavier Naidoo (‘Dieser Weg’) is de best verkopende en beste zanger van het stel; toen ik hem hoorde dacht ik voor het eerst dat zoiets als Duitse soul mogelijk was. Er is softpop van Andreas Bourani (‘Auf anderen Wegen’), hippe klanken van Tim Bendzko (´Nur noch kurz die Welt retten‘), rock van Chrsitina Stürmer (´Millionen Lichter‘), de hiphoppige Mark Forster (‘Hör auf die Stimme‘), de gepolijste Max Giesinger (‘Achtzig Millionen’) of de rauwe stem van AnnenMayKantereit (´Barfuss am Klavier‘). Zo, nu zijn jullie weer een beetje bij.
Enter Jan Böhmermann, tv-satiricus; zeg maar de Duitse Arjen Lubach en minstens zo scherp. Böhmermann is een specialist in het ontregelende interview en de schelm-aanpak van autoriteiten, die in Duitsland altijd nog in hoger aanzien staan dan bij ons. Vorig jaar las hij een smaadschrift voor over Erdogan, als voorbeeld van wat je echt niet meer in het openbaar kon zeggen; het kwam hem te staan op juridische vervolging, bedreigingen en een tijdelijk onderduiken. Gelukkig liep het allemaal met een sisser af, maar Jan heeft sindsdien geen gas teruggenomen. Hij houdt wel van een provocatie en richtte zich de afgelopen weken nadrukkelijk op de Duitse popmuziek.
Eén slachtoffer was Xavier Naidoo, vanwege diens nieuwe song ‘Marionetten’ gemaakt met zijn hiphopgroep de Söhne Mannheims. De strekking is dubieus: In de tekst noemt hij volksvertegenwoordigers ‘marionetten’ en ‘volksverraders’ en dreigt dat ze door het volk met de hooivork zullen worden ‘gecorrigeerd’. Ook wordt nog verwezen naar het vermeende Pizzagate-schandaal, waarin politici verdacht gemaakt worden als deelnemers aan een kindermisbruiknetwerk. Naidoo die al eerder in opspraak kwam wegens veronderstelde banden met ultrarechtse clubs, laat zich hier helaas kennen als stem van de Wutbürger, als complotdenker en verdachtmaker. Aanleiding voor Jan Böhmermann om hem na te spelen en te zingen, in korte parodieën op zijn bekende songs, waarvan de teksten woedend, ondemocratisch en antisemitisch gemaakt waren. ‘Death to Israel’ heette het nieuwe album van Naidoo en zijn ‘Hoerenzonen uit Mannheim’ in de persiflage, en werd aangeprezen als ‘gegarandeerd niet antisemitisch’.
Was dit nog een treffer voor open doel, in dezelfde tijd haalde Jan B zich de woede van de hele Duitse muziekindustrie op de hals door hun jaarlijkse prijzenfeestje – de Echo’s – te verstoren met een satirische aanval op het ‘feelgood’-gehalte van de hele bovengenoemde Duitse pop. Want waar gaat die nou helemaal over? Böhmermann had recente hits geanalyseerd en uit de teksten de meestgenoemde woorden gelicht: ‘mensen’, ‘leven’, ‘dansen’ en ‘wereld’. Nietszeggende leegheid van weemoedig kijkende jongemannen, vond Jan, en besloot zelf onder dit motto een song te maken. De meestgenoemde woorden werden aangevuld met tweets van bekende figuren, waarbij chimpansees de volgorde mochten bepalen. En zo stond de satiricus, gekleed en gekapt als eigentijdse Duitse popzanger, weemoedig voor een raam en zong het onzinlied ‘Menschen, leben, tanzen, Welt’ op een aangename melodie, aangevuld met een kreet (ooo,heeoohoo) zoals dat in die songs vaak gebeurt. Een absurde spotsong, en behoorlijk grappig.
Wat gebeurde? Binnen twee weken haalde de song de Duitse top tien. Het was dat Jan er weinig voor voelde om het nummer actief te promoten, anders was het misschien nog wel hoger gekomen. Opnieuw behoorlijk geestig.
Maar wat was er nu eigenlijk aangetoond? In elk geval dat Böhmermann met weinig middelen een aardig popliedje kan afleveren. Maar vooral dat een zinnige tekst er eigenlijk weinig toe doet bij popmuziek. Zinnig in de zin van logisch, goed opgebouwd, lineair, begrijpelijk. Een poptekst is geen essay. Het moet goed klinken en een zekere associatieve waarde hebben, dat is genoeg. Zoals Bob Dylan al aantoonde in de jaren zestig, toen hij van letterlijke (protest)teksten overstapte op raadselachtige beelden en ongerijmdheden. Of zoals Crowded House liet zien met hun bijeengeraapte teksten, zoals in ‘Weather with you’ (‘Julius Caesar and the Roman Empire, couldn’t conquer the blue sky’). Een popsong kan een boodschap hebben, maar heeft geen boodschap nodig om goed te zijn. Dat bleek ook bij Böhmermanns parodie, waarmee hij dus vreemd genoeg zijn eigen ongelijk aantoonde: het doet er niet zoveel toe wat je zingt, als het maar goed klinkt. ‘Menschen, leben, tanzen, Welt’ is een nieuwe stap in de bevrijding van de poptekst van letterlijke betekenis.