Manlijkheid, medeleven, macht; Wereld in brand – 2

(4 sept 2025)  Vorige keer ging het hier over de droevige staat van de huidige wereld met zijn verschuiving naar (extreem)rechts en al zijn geweldsuitbarstingen. En over de bepalende rol daarin van het functionerende, manlijke leiderschap. Ik zag er een duidelijk patroon in: het ‘terugslaan’ van de traditionele manlijkheid, die zich bedreigd voelt in zijn natuurlijke autoriteit. En die zich in zijn optreden kenmerkt door een groot gebrek aan medeleven. Over die centrale begrippen – manlijkheid, autoriteit en medeleven – moet nog wat meer gezegd worden.

In maatschappelijk verband kan je traditionele manlijkheid herkennen aan de houding tegenover vrouwen. Het begint telkens weer met een vorm van onderdrukking van de vrouw. Naar buiten toe mogen andere mannen de grootste vijand zijn, intern zijn dat de (eigen) vrouwen. Die moeten onder de duim gehouden, beperkt in rechten, die mogen niet beslissen wat er in hun eigen lichaam wel of niet gebeurt – alsof vrouwen uitsluitend ten dienste horen te staan van de gemeenschap als een soort broedstoven. Is dat niet letterlijk wat in de gruwelfantasie The Handmaid’s Tale wordt uitgewerkt? Kennelijk is het voor veel mannen een nog altijd levend verlangen. Ze worden daarin vaak gesterkt door een van de religies, die op hun beurt niets anders zijn dan de ficties die in de loop der millennia door mannen zijn opgetuigd om hun eigen machtspositie te behouden en verstevigen.

‘We waren bezig om de nieuwe man te ontdekken’ – zei filmer Wim Wenders eens, terugkijkend op zijn films uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, gemaakt in nauwe samenwerking met cameraman Robby Müller. Het ging over zachtaardige, niet-agressieve mannen, die het macho patroon (in films: John Wayne, Belmondo) achter zich hadden gelaten. Het ging om een herijking van de manlijke rol. Deze nieuwe man is een niet-onderdrukker die vrouwen als gelijke ziet en behandelt, en niet anders wil dan dat. Die van vrouwen houdt en ze niet als een gevaar ziet voor zijn macht en positie, maar als verrijking van het leven. Ik heb al vaker geschreven dat ik dacht dat we in de afgelopen halve eeuw op dit punt verder waren gekomen en ik ken veel mannen, in mijn eigen generatie en in de volgende, die aan dit profiel beantwoorden – maar ik vrees dat ik het overschat heb. We staan weer oog in oog met de ouderwetse machtsman.

Wat medeleven betreft: Medeleven is natuurlijk geen exclusief vrouwelijke eigenschap, al zijn vrouwen er vaak beter in en gaan ze er directer mee om. Ook dat traditionele patroon was al sinds decennia aan het kantelen. Niet genoeg, ben ik bang. Want de tegenkrachten zijn talrijk en actief.

Binnen het boeddhisme (eigenlijk geen religie) hebben bodhisattvas de functie van beschermende heiligen voor de gewone mensen. Avalokiteshvara heet de bodhisattva van het universele medeleven; hij heeft een vrouwelijke verschijning, Tara, die vooral in Tibet vereerd wordt. Deze Tara vormt met haar medeleven de beschermlaag tegen maar liefst acht grote gevaren die de mens dagelijks bedreigen: trots, afgunst, hebzucht, twijfel, onwetendheid, verkeerde opvattingen, haat en gehechtheid aan materiële zaken. Een lijst waarin westerlingen veel elementen uit de zondenleer van het christendom zullen herkennen. (Zelf zou ik graag ‘twijfel’ eruit wegstrepen) Het gaat me nu niet om de waarde van het boeddhisme in het algemeen of om het geloof in de realiteit van zulke beschermheiligen; wat ik mooi vind aan de figuur van deze Tara is het onderliggende idee dat er slechts één beschermlaag staat tegenover acht grote en bekende bedreigingen. Dit is maar al te waar, denk ik. We moeten het hebben van medeleven om te voorkomen dat we meegesleept worden door alle mogelijke uitingsvormen van egoïsme en egocentrisme. Medelevend in de wereld staan, empathisch is er het modewoord voor, de Amsterdamse burgemeester Halsema gaf er in haar recente televisieavond een goed voorbeeld van. Ze zouden het op school moeten leren, zoals in Denemarken inderdaad schijnt te gebeuren. Maar Tara moet het iedere keer weer opnemen tegen dat veelvoud aan tegenstanders in hun vaak aantrekkelijke uitdossingen: hebzucht!, jaloezie!, materialisme! De verleiding is groot om af en toe toch aan de kant van die meerderheid te gaan staan, en zelfs om medeleven belachelijk te maken als een zwakkeling. Alleen al daarom zouden we de kant van Tara moeten kiezen: omdat ze alleen staat tegenover een overmacht van acht tegen één. Alleen al daarom horen we naast haar te gaan staan, en om haar heen. Het boeddhistische schema toont medeleven als de dappere enkeling die onze steun goed kan gebruiken. De meerderheid heeft die steun echt niet nodig.

En nu nog even over autoriteit, dat mooie begrip, waar ik m’n eerste boek over schreef en waar het Nederlands een eigen woord voor heeft: gezag. Er is iets raars mee aan de hand. We spreken graag over de autoritaire leiders van dit moment. Ooit hadden we het over de anti-autoritaire revolte, eind jaren zestig van de vorige eeuw ingezet door opstandige studenten wereldwijd, en met enorme gevolgen op sociaal-cultureel gebied. Ik heb er een heel boek over geschreven en het woord precies op deze manier gebruikt, zonder op te merken dat het zo eigenlijk niet klopt.

Een stapje terug. ‘Autoriteit’ is als begrip prachtig gedefinieerd door socioloog Max Weber, begin 20e eeuw. Hij noemt het een speciale vorm van macht. En macht, dat is ‘de mogelijkheid om een ander/anderen te beïnvloeden ook tegen weerstand in’. Dus een persoon iets laten doen ook als die ander dat helemaal niet wil. Macht, dat is ‘I made him an offer he can’t refuse’ uit The Godfather. Maar autoriteit, gezag, is iets anders: het is een speciale vorm van macht, een onderafdeling eigenlijk. Voor autoriteit is namelijk altijd een zekere mate van instemming nodig, bij die ander/anderen. Ze zijn het in elk geval deels met de machtsuitoefening eens – ze kunnen haar zelfs volledig omhelzen. Maar een minimum aan instemming is altijd nodig om het autoriteit te kunnen noemen, gezag dus, en niet pure macht. Bij gezag zijn dus ook altijd twee partijen actief betrokken: de gezagsdragers én de gezagstoekenners.

In een democratie worden de belangrijkste gezagsdragers direct of indirect gekozen. Dat staat borg voor de vereiste instemming. Eigenlijk zijn al die ooit gekozen volksvertegenwoordigers a la Rutte, Timmermans, Jetten of Klaver dus autoritaire politici in de strikte en beste zin van het woord. Ze genieten een zekere instemming bij de bevolking en ontlenen daar hun gezag aan. Maar we gebruiken de betiteling nu juist voor politici die zich nauwelijks wat van de kiezers aantrekken, voor leiders bij wie verkiezingen tot een farce verworden en die het liefst puur op eigen houtje regeren: Poetin, Erdogan, Kim Jong Un, Orban, Netanyahu, Trump. Gevolgd door een hele sloot anderen (mannen), die hen als lichtend voorbeeld zien. Dat zijn eigenlijk geen autoritaire leiders, want de vereiste instemming is bij hen minimaal of helemaal afwezig. Dit zijn autocraten, dictatoren, tirannen of zelfs despoten. Wat in het eerste geval betekent dat ‘alle macht bij één persoon’ ligt en in alle volgende dat deze persoon ook ongestoord nietsontziend en wreed kan optreden. Autoritair is als bijvoeglijk naamwoord dus eigenlijk ontspoord (en ik heb er zelf aan meegeholpen!). Wat eigenlijk bedoeld wordt is: streng, dictatoriaal, tiranniek, genadeloos, wreed, pure macht uitoefenend zonder enige instemming. Door zulk optreden autoritair te blijven noemen vervalsen we niet alleen dat begrip, maar verhullen ook dat de realiteit in feite veel erger is. Soms kunnen we de chique begrippen beter achterwege laten en de nuchtere beschrijvingen naar voren halen. Dan weten we tenminste waar we het over hebben.

De huidige wereldbrand, om het maar even zo te noemen, bestaat uit de verzamelde concrete uitingen van een en hetzelfde onderliggende verschijnsel: de traditionele man doet een machtsgreep. En wonderlijk genoeg zijn er behoorlijk wat vrouwen die hem daarin bijspringen en steunen. Daarom is het misschien beter om te zeggen dat we hier iets algemeen menselijks aan het werk zien, namelijk de Wil tot Macht van de Traditie. Ik denk dat Nietzsche het met deze moderne toepassing van zijn beruchte begrip eens zou kunnen zijn: ‘Deze wereld is wil tot macht. En ook uzelf bent wil tot macht – en niets daarbuiten!’ Geen conclusie om je over te verheugen, vind ik, maar wel een onvermijdelijke. De Wil tot Machtsdeling steekt er momenteel schraal bij af.

Volgende keer meer over macht en de consequenties voor de democratie.