(21 okt. 2016) Amerikaanse presidentsverkiezingen. De kandidaat van de republikeinse partij is geen nieuw type politicus, maar een oud model man in de moderne tijd. Donald Trump komt op mij over als een verschrikkelijke vent, afkomstig uit een zakenwereld vol zelfgenoegzaam machismo. Zijn optreden doet me denken aan een houding die ik als filmstudent wel eens tegenkwam bij oudere filmmakers en die me destijds al volstrekt overleefd leek. De man niet alleen als sexueel roofdier, maar als heerser die recht heeft op bepaalde pleziertjes. Niet zeuren, boys will be boys, en de anderen cq. de vrouwen.. tja, die accepteren het. Uiteindelijk gaat het hier niet om seks, zoals Oscar Wilde al opmerkte, maar om macht. De man is de vanzelfsprekende machthebber, en één die daar trots op is. Het machtsstreven als eigenlijke doel in het leven, de man als automatische strever naar macht. Wie er niet aan mee doet is een loser, een vrouw of beide.
Niet alleen kan ik de pure ouderwetsheid van dit wereldbeeld nauwelijks geloven in een modern, vooraanstaand westers land, de schaamteloosheid waarmee het wordt uitgevent is eigenlijk nog verbazingwekkender. ‘Grijp ze bij hun poes’ – ah nee, dat is op z’n best dronkemanspraat, dat geloof je toch niet van een presidentskandidaat van de Verenigde Staten, zoals Michele Obama volkomen terecht zei. En ik ben een man, die ook wel eens in mannenkleedkamers komt – dit vertegenwoordigt veel mannen helemaal niet! Het eerste debat tussen Donald Trump en Hillary Clinton leek me qua mensbeeld en houding een ontmoeting tussen de wereld van vijftig jaar geleden en die van nu of de toekomst. Het is geen vraag wie van deze twee kandidaten de nieuwe president hoort te worden. Pijnlijk is natuurlijk dat mevrouw Clinton zelf ook iets te verklaren heeft op ditzelfde gebied van sexual politics. Is het waar dat haar eigen man zich herhaaldelijk in dezelfde machtsmacho-modus heeft opgedrongen aan vrouwen die dat niet wilden? En is het waar dat Hillary eraan mee heeft geholpen om dit te bedekken, de klagers verdacht te maken en wie weet wat nog meer?
Het komt misschien nog naar buiten in het vervolg van deze moddercampagne en dat is dan maar goed ook. Ik had altijd al weinig vertrouwen in de veel bewonderde Bill Clinton en ben nu niet erg verrast, behalve over zijn kennelijke domheid. Hetzelfde kan je zeggen over mannen als Dominique Strauss-Kahn, Bill Cosby en andere bekende heren. ‘Jij loopt je lul achterna’ zong Doe Maar al in de jaren tachtig, spottend. Als bij die lichamelijke behoefte ook nog macht komt, kan het totaal uit de hand lopen. Ergerlijk en achterlijk dat we dertig jaar later voor uiterst belangrijke functies nog steeds opgescheept zitten met zulke machtige lopers-achter-de-eigen-lul, afkomstig uit de generatie van zeventigjarigen. Zeker. Maar wat me nog meer dwarszit is hun aanhang. Ook bij veel jongere mannen.
De populariteit van het model-Trump bij een flink deel van de (manlijke) kiezers, laat zien dat de noodzaak van een ander manbeeld nog lang niet overal is doorgedrongen. In feite zijn in onze tijd de mannen aan zet. Maar wij, de mannen, hebben nagelaten voor onszelf en voor onze geslachtsgenoten een overtuigend nieuw beeld op te bouwen van wat manlijkheid tegenwoordig inhoudt. Centraal daarin staat het verminderde belang van lichaamskracht, traditioneel de belangrijkste manlijke eigenschap. Wat wil ‘manlijkheid’ nog zeggen in een tijd waarin machines de krachtfuncties hebben overgenomen, waarin vrouwen gelijkberechtigd zijn (in principe, er valt nog veel te doen) en vrouwen bovendien de mannen en jongens op veel gebieden voorbijlopen? Het ‘nieuwe zwakke geslacht’ – wij mannen – heeft hier te weinig antwoord op en grijpt dan maar terug naar het oude rolmodel.
Wat moet een nieuw rolmodel belichamen, en vooral: wat niet meer? Kracht kan best en zelfvertrouwen ook, maar dan zonder de agressie, laat staan het geweld dat daar altijd bij hoorde. In de grote manlijke onzekerheid die in het westen al tientallen jaren aan de gang is, moet de man een nieuwe weg zoeken en daarbij de uitersten vermijden. Het is laveren tussen de oversofte ‘gefeminiseerde slappo’ (citaat uit een nummer van mijn eigen cabaretgroep ‘1983’) en het oude model van stoere krachtpatserij. En dit zowel voor de gewone burger als voor manlijke politieke leiders.
De nieuwe man zal kracht zonder macht moeten tonen. Het is een man die niet agressie als eerste drijfveer heeft, die ook weer niet implodeert en angstig in een hoekje kruipt, maar open, vriendelijk en gevoelig kan zijn. Het is een man die gezag verwerft op een moderne manier, door overtuiging en niet door lichaamskracht of de dreiging daarmee. Bestaat dat? Ja natuurlijk en al lang. We hebben voorbeelden zat: Mandela, Obama, Sting, Umberto Tan zijn slechts de eerste namen die me te binnen schieten. Een man die cool en stoer kan zijn, maar ook spontaan kan huilen zoals voetballer Ronald de Boer ooit live deed vlak na een wedstrijd. En er is natuurlijk niet één model, er zijn er vele. Te vinden in literatuur, film, muziek en theater. Er is een hele sloot moderne acteurs die het niet van agressie moeten hebben, van Daniel Auteuil tot Barry Atsma. Er is Adam uit de tv-serie Adam en Eva. En vooral is er een enorm aantal mannen die het nieuwe model in de werkelijkheid gestalte geven. Dat wil zeggen: het met vallen en opstaan ontdekken en tevoorschijn brengen. Maar voor anderen lonkt daar steeds weer de terugval in het oude model, want dat heeft toch millennia lang goed gewerkt? En was het eigenlijk ook niet gewoon onze ‘natuur’?
Nee dat is het niet, onze natuur is juist om te kunnen veranderen! Alleen is dit wel een enorme verandering. Belangrijker dan het kiezen van één gewenste richting, is het vermijden van die ene zeer onwenselijke: terug. De terugval in het oude patroon ligt voortdurend op de loer, ook op staatsniveau. En misschien is de politiek wel een van de arena’s waarin het het beste kan overleven. Denk Berlusconi, Erdogan, Poetin, denk Trump. Geweld, dwang, macht en dreiging bieden telkens weer hun diensten aan als manlijk en politiek model, zeker in tijden van grote onzekerheid. Het recht van de sterkste hoort bij het verleden, maar het klopt voortdurend op de deur. Denk na, mannen, loop je hersens achterna!