Duitse Berichten 44 – Na de verkiezingen

geplaatst in: Duitsland, Maatschappij | 0

(24 feb 2025)  Een paar kanttekeningen bij de veelbesproken verkiezingen van gisteren. De uitslag zelf en de enorme groei van de extreemrechtse AfD (Alternative für Deutschland) zijn intussen genoeg bekend. De Nederlandse aandacht voor Duitse parlementsverkiezingen was denk ik niet eerder zo groot en intensief als deze keer. Met goede redenen.

1) Eigenlijk stond de uitslag al wekenlang vast. De peilingen voorspelden een maand geleden al deze volgorde van de partijen en de percentages die ze ongeveer zouden halen. Daar is op de verkiezingsdag zelf eigenlijk nauwelijks iets aan veranderd (de uitzondering volgt hieronder). CDU het grootst, Merz de nieuwe kanselier, en een regering die wel moet bestaan uit de christendemocraten en de sociaaldemocraten (SPD), aangezien er met de AfD niet wordt samengewerkt. En dat terwijl in de laatste weken zowel de politici als de media zoveel moeite deden om het voor te stellen alsof er nog van alles kon veranderen, en telkens te wijzen op het hoge percentage Unentschlossenen; zo’n twintig procent van alle kiezers had in de laatste week de keuze nog niet gemaakt en dus gingen allen in die week met extra energie op stap om de onzekere kiezer alsnog over de streep te trekken. Ook was er in de laatste weken een  ware vloed aan televisie-debatten, met twee, vier of zelfs acht kandidaten die elkaar verbaal te lijf gingen op jacht naar de nog-niet-vastgelegde stem. Dat heeft  kennelijk niets uitgemaakt voor de eindverdeling. De besluitelozen hebben de zaak niet radicaal omgegooid, ze hebben zich uiteindelijk keurig gehouden aan de stemverdeling die toch al bestond onder de overige tachtig procent. Ik vraag me dan meteen af of zo’n hele rij debatten eigenlijk wel zin heeft, en of er ook nog mensen werkelijk kijken en luisteren, behalve de professionele commentatoren die er zelf graag nog een uurtje gepraat aan toevoegen. Heeft iemand er praktisch iets aan, of ligt de stem al lang vast en kunnen de verkiezingen net zo goed twee weken eerder gehouden worden?

2) De mooie uitzondering, de echte verrassing, dat is de onverwachte wederopstanding van Die Linke, onder leiding van de razendsnel pratende Heidi Reichinnek. Met haar toegankelijke campagne op TikTok wist ze een enorme groep jonge kiezers aan te spreken op directe, sociale thema’s: kosten van levensonderhoud, huur, woningnood. De partij Die Linke, ooit erfgenaam van het Oostduitse communisme en daarom door anderen verdacht van ‘linksextremisme’, was zwaar beschadigd geraakt door het vertrek van hun kopstuk Sahra Wagenknecht die een eigen partij begon. Voor het overleven werd gevreesd, een noodgreep van enkele populaire oudgedienden werd opgetuigd, maar ziedaar: ineens stroomden nieuwe jonge leden én kiezers toe, alsof de partij ineens herontdekt is als een werkelijk actieve sociale kracht. Zeker helpt daarbij dat met Wagenknecht de ergste dogmaticus en pro-Rusland spreekbuis vertrokken is en de partij een nieuw, menselijk gezicht kan tonen. Wagenknechts eigen BSW haalde de kiesdrempel net niet en ik ben vast niet de enige die dit met leedvermaak heeft aangezien. Ik kon haar humorloos rechtlijnige optredens slecht verdragen, en ook heb ik weinig op met het openlijk in de steek laten van de eigen club – dat is in mijn ogen verradersgedrag, iets waar Wagenknechts echtgenoot, Oscar LaFontaine, ook erg bedreven in was. Ik gun beiden hun diepe teleurstelling, nu hun gewaagde coup als een boemerang in het eigen gezicht is teruggekomen. En ik gun het de Linke om zich zonder dogmatisme te ontwikkelen tot een sociaaldemocratisch alternatief.
3) Eenzelfde diepgevoelde afkeer had ik van de kleine Duitse liberale partij, de FDP, die nu ook uit het parlement verdwijnt, en vooral van haar leider, de altijd goed geklede en gekapte Christian Lindner. Sommige politici spreken je aan, sommigen laten je koud en een paar staan je tegen. Dat laatste had ik met Lindner, in mijn ogen een aalgladde lobbyist voor de rijken en de ondernemers van deze wereld. Geen liberale vrijheidsstrijder, zoals de pas overleden Gerhard Baum, maar een puur kapitalistische neoliberaal. Nadat hij om duistere reden als kleinste deelnemer met de progressieve partijen SPD en de Groenen een regering had gevormd en minister van financiën was geworden, onderscheidde hij zich vooral door die andere twee in hun plannen voortdurend tegen te werken en tegen te spreken, en de indruk te wekken dat zij alleen maar fouten maakten. Alsof een lid van het elftal consequent in de andere richting gaat voetballen. Ook dit gedrag valt voor mij onder het kopje: ‘verrader’ en ‘matennaaier’. Lindner werd als minister ontslagen toen bekend was dat in zijn fijne partij(tje) de plannen voor het opblazen van de eigen regering uitgewerkt klaar lagen – en nu is hijzelf dus met partij en al van de bühne verdwenen. Geen traan laat ik om hem die ongetwijfeld snel een lucratieve post in het bedrijfsleven zal innemen. Wel verbaasd was ik om te lezen dat hij een grote vriend was van de eminente Duitse filosoof Peter Sloterdijk, die ik nu juist weer behoorlijk schat. Best een verrassende vriendschap: ‘de Porsche-minister en de hippie filosoof’ zoals Die Zeit opmerkte, maar Sloterdijk is op zijn oude dag geen progressieve denker meer, eerder een hoofdschuddende cultuurpessimist. Sterker nog: het was Sloterdijk die zijn vriend Lindner had aangeraden om uit die regering te stappen. Hij deed dat al een jaar terug, en in het openbaar. Echter, Lindner wilde niet naar hem luisteren en modderde nog een tijdje door. ‘Een slechte vriend’ noemde Sloterdijk hem teleurgesteld, maar de FDP bleef hij steunen, als de in de democratie onmisbare bepleiter van vrijheid. De verkiezingsuitslag moet voor de filosoof een dubbele desillusie zijn: vriend weg, partij ook weg.
4) Eindeloos vaak is in de afgelopen weken de uiteengevallen ‘stoplicht’regering – de Ampel van SPD, Groenen en FDP – beticht van verwaarlozing van de economie. Door Merz, door de AFD en even hard door Lindner, die er zelf nota bene deel van uitmaakte. Dat heeft veel effect gehad: SPD en Groenen verloren beide flink. Nauwelijks ruimte was er voor de tegenwerping dat iemand anders eigenlijk de aanrichter is geweest van de economische optater: Putin, met zijn agressieoorlog tegen Oekraïne. Duitsland moest zich ineens losmaken van het Russische gas, met een enorme prijsstijging en inflatie tot gevolg. Dat is de ware reden voor de economische stagnatie. Maar voor zo’n nuchtere constatering is in de verkiezingsstrijd weinig plaats. Daar gaat het om snelle schuldtoewijzing, vastgemaakt aan het personeel van de concurrentie. Een open discussie, met zinnige argumenten? – nou nee. Het is anderen de schuld geven om zelf te profiteren, het is de apenrots. De mediale democratie is, ook zonder dat hij door schreeuwlelijken en idioten wordt ondergraven, zelf ook vaak geen verheffend schouwspel.
5) Het ergste heb ik voor het laatst bewaard. In alle voormalig Oostduitse deelstaten is de AfD veruit de sterkste kracht geworden. In Saksen haalde ze 38 procent, een percentage waar Hitlers NSDAP destijds lang niet aan kwam. Maar in de steden valt het toch mee, daar zijn toch andere partijen het grootst? Nee, niet meer. In beide deelgebieden van Dresden leidt de AfD met een kleine dertig (!) procent. Leipzig dan, bolwerk van links? Vijfentwintig procent AfD en in één kieskring een meerderheid voor Die Linke. Van de zestien kieskringen in Saksen kleuren er nu vijftien lichtblauw, de AfD kleur. Als alle aandacht voor nieuwe regeringsopties wat geluwd is zal dit naar voren komen als het belangrijkste resultaat van deze verkiezingen: Duitsland sluit definitief aan bij alle omringende Europese landen, waar rechstextreem en racistisch gedachtengoed aan de winnende hand is.