(29 okt. 2025) Twee PVV-parlementariërs hebben AI-filmpjes gemaakt waarin de leider van de grootste linkse partij, Timmermans, wordt voorgesteld als bron van alle kwaad en ergernis in het land, en met name van de aanwezigheid van migranten. Nog even afgezien ervan dat het historisch niet klopt – het was het CDA-kabinet Lubbers I dat begin jaren tachtig het idee introduceerde van een ‘multiculturele samenleving met behoud van eigen identiteit’ – én ook afgezien ervan dat dit een directe vorm van laster is en een verkapte oproep tot geweld, zoals ook blijkt uit de honderden agressieve reacties, waar volksvertegenwoordigers in de democratie zich bij uitstek van zouden moeten onthouden, (hopelijk komt er een rechtszaak) – wat mij nog het meest verbaast is hoezeer deze pure stemmingmakerij aan weet te slaan bij jongeren. Het verdacht maken van links is een oude hobby, maar wat is er over van het fraaie gezegde van Churchill: ‘wie jong is en niet links heeft geen hart’ ? (Het vervolg luidt: ‘wie ouder is en nog steeds links heeft geen verstand’.) Willen de jongeren van nu de wereld niet meer veranderen, verbeteren, rechtvaardiger maken? Kennelijk niet. Nederlandse jongeren stemmen in grote getale op de zeer rechtse partijen van Wilders en Baudet.
Als je ziet hoe er nu, in Nederland, gesproken wordt over de voormalige Partij van de Arbeid waan je je in het Amerika van McCarthy’s heksenjacht op de communisten. Groen Links-PvdA wordt afgeschilderd als een direct gevaar voor het voortbestaan van de welvaartsstaat en het privébezit. En, o ja, ze willen niet alleen alles (= alle bezit) afpakken, ze benutten daartoe ook een duivelse strategie, namelijk om de autochtone bevolking sluipenderwijs te vervangen door anderen die van buiten komen, ook wel ‘omvolkingstheorie’ genoemd. Waren het destijds de communisten die ‘ons’ alles dreigden af te nemen, dat zou nu de richting zijn van deze linkse partijen. Terwijl die toch echt niet aan de extreme linkerkant van het spectrum staan, bijvoorbeeld de SP is aanmerkelijk radicaler. Eigenlijk zijn het keurig democratische partijen die bij ons de linkerflank bemannen, partijen die niet streven naar alleenheerschappij of naar het tot zwijgen brengen van hun tegenstanders. Maar ze worden verduiveld als waren ze directe volgelingen van Lenin, om niet te zeggen pure terroristen. Ook mijn eigen zoon moet ik steeds het aanzienlijke verschil tussen sociaaldemocratie, socialisme (tegen onderdrukking, voor meer gelijkheid) en communisme (complete materiële gelijkheid) uitleggen. Gelijker, minder ongelijkheid, dat is iets anders dan volstrekt gelijk. Maar voor hem en velen met hem vormt alleen al de term socialisme net zo’n schrikbeeld als het (Russische) communisme honderd jaar geleden was voor veel Europeanen. Hoe komt dat?
Ik denk dat het draait om het idee van gelijkheid. Ook onze verkiezingen draaien daar om. Vergeet de thema’s die eromheen worden gedrapeerd, als de wisselende window dressing van eenzelfde kern. Migratie, asiel, veiligheid, stikstof, woningtekort – telkens gaat het in wezen om het toestaan van grotere gelijkheid, dan wel het angstvallig tegenhouden daarvan. Het gaat om bezit en bezittingen. Je kan ook zeggen, zoals ik eerder schreef, dat het allemaal gaat om macht (ook een bezit) en om het idee van een spreiding daarvan, van machtsdeling. Gelijkheid en machtsdeling zijn de werkelijk gevaarlijke ideeën waar veel mensen helemaal geen trek in hebben. En dit is al eeuwenlang het geval, mogelijk nog veel langer. Door de geschiedenis heen kan je telkens weer observeren dat machthebbers en machtigen niet geneigd zijn om iets van hun machtspositie op te geven en daarmee van hun privileges. Omdat ze deze graag willen behouden, én vermoedelijk ook omdat ze bang zijn voor de gevolgen, als ze eenmaal de teugels zouden laten vieren. Bang voor een grootscheepse wraak door de andere kant, de machtelozen van weleer, die nu eindelijk hun kans schoon zien. Dan maar beter de zaak bij het oude laten, bij de vertrouwde ongelijkheid, dan is er tenminste een zekere rust en veiligheid. Of, als de zaak enigszins begint te wankelen, met dwangmaatregelen en geweld de oude status quo terugroepen en in ere herstellen. Alles beter dan het afstaan van macht en het invoeren van meer gelijkheid.
Dit mechanisme speelt op staatsniveau, tussen landen, zo goed als op huiselijk niveau, tussen mannen en vrouwen én hun kinderen. Gelijkheid en machtsdeling zijn de essentiële kwesties en er is geen universitaire studie voor nodig om dit pijnlijke terrein te kennen en te herkennen. Integendeel, iedereen die leeft is er specialist in: ‘wat van mij is, is niet van jou en word ook niet van jou’. Tegelijkertijd weten we al lang dat juist de landen waar grotere gelijkheid (qua kansen en lasten) in de praktijk wordt gebracht, zoals de Scandinavische, de hoogste levenskwaliteit bezitten. Die landen zijn verre van communistisch, maar sociaal zijn ze wel, en in enige mate socialistisch: wat in laatste instantie niets anders wil zeggen dan dat je steeds rekening houdt met anderen, je medemensen, álle anderen.
Dit is het ware thema van deze verkiezingen. En van het maatschappelijke leven, ervoor en erna. Kunnen wij, levend in een der welvarendste landen ter wereld, ons egoïsme beteugelen? Wat zegt het veel over onze maatschappij dat er zoveel partijen ter rechterzijde die vraag eenvoudig en openlijk zouden beantwoorden met ‘nee, en dat willen we ook helemaal niet’. En dat jongeren het hen in grote getale nazeggen. ‘Kom niet aan onze verworvenheden – hoe die ook in het verleden verworven mogen zijn – want ze zijn van ons en we geven er niets van op.’
Dat Timmermans en zijn kompanen nu als een duivels links gevaar worden afgeschilderd maakt vooral duidelijk hoever ons land naar rechts is opgeschoven, tot extreem conservatief en regelrecht ondemocratisch. En dat dit voor veel jongeren een volstrekt vanzelfsprekende positionering is geworden. Die uitholling van links is al sinds decennia gaande, in elk geval sinds het begin van deze eeuw. Met zo’n jonge generatie lijkt Nederland terug te vallen naar een positie zoals het die traditioneel had in de eeuw voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, als het ‘balkon van Europa’: conservatief, onbetrokken en gefocust op handel en winst.
Kan het nog goedkomen? Misschien. Maar daarvoor moeten we wel in idealen blijven geloven. Niks ‘afschudden van ideologische veren’, (het stomste wat de PvdA ooit heeft bepleit), maar oppoetsen van die veren. De wereld kan beter en gelijker, te beginnen met Nederland. We moeten dan wel links stemmen, anders gebeurt het zeker niet.
Geef een reactie