#MeToo en het alfamannetje

geplaatst in: de mens, Maatschappij, man-vrouw | 0

(28 nov 2017 – Door toedoen van de webhoster is deze site eerst een tijdje offline gezet en daarna nog geruime tijd onbereikbaar geweest voor mij als beheerder. Het bloggen heeft daardoor een flinke achterstand opgelopen. Dit is de eerste blog van een korte serie die ik met enkele weken vertraging alsnog post.)

Anderhalve maand geleden barstte het schandaal los rond filmproducer Harvey Weinstein, vanwege diens seksueel intimiderend gedrag tegenover een eindeloze reeks jonge actrices. Sindsdien kwam wereldwijd een beweging op gang van vrouwen die bekend maken dat zulk seksueel wangedrag of -misbruik hen ook is overkomen, met name in hun beroepsuitoefening: #MeToo. ‘Om te laten zien hoe groot en wijdverspreid het probleem is’, schreef de initiatiefneemster die de hashtag bedacht. Via Facebook postte ik ook ‘MeToo’, omdat hetzelfde mij als jongen en jongeman ook een paar maal gebeurd is, soms met geweld erbij. Ik wilde laten zien dat het niet alleen een probleem is voor vrouwen in hun relaties met sommige mannen, maar dat het ook anderen – jongens, kinderen – kan treffen. Uit het Nederlandse schandaal rond de castingdirector met de jonge manlijke acteurs is dat intussen ook goed duidelijk geworden. De overeenkomst tussen alle gevallen is dat de ongewenste seksuele opdringerigheid eigenlijk altijd het werk is van mannen. Mannen die groter, ouder en/of sterker zijn. Of, in één woord: machtiger. In elk geval: die graag machtiger willen zijn en met hun grensoverschrijdende actie deze machtspositie denken te bevestigen. Het gaat hier, denk ik, uiteindelijk om een uitdrukkingsvorm van de traditionele mannelijke dominantie, die in onze huidige maatschappij weliswaar overleefd en misplaatst is, maar nog op erg veel terreinen voorkomt.

Lezend in een boek van Frans de Waal is het moeilijk om niet de overeenkomsten te zien met het gedrag van de door hem zo uitgebreid bestudeerde chimpansees, onze naaste verwanten in het dierenrijk.* Hun samenleven wordt gekenmerkt door een voortdurende machtsstrijd tussen de mannetjes om de toppositie. Die positie geeft het alfamannetje een seksuele almacht; hij kan dan met alle vrouwtjes paren. De positie wordt verworven met lichaamskracht en het ‘recht’ dat de alfachimp verwerft is dan ook letterlijk een recht van de sterkste. Aan de hand van het contrast met de veel vredelievender, matriarchale samenleving van de bonobo’s, laat de Waal nu zien dat de menselijke samenleving zich van beide onderscheidt door een nieuw idee: het streven naar gelijkheid. Bijvoorbeeld gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Je zou ook kunnen zeggen dat de menselijke beschaving een langdurige poging is om het recht van de sterkste te vervangen door het ‘recht van de gelijke’. Dat we daar nog lang niet zijn aangekomen blijkt maar weer eens uit deze stroom onthullingen.

Misschien wel het opvallendst aan alle commotie rond #MeToo is dat er zo weinig aan getwijfeld wordt dat de beschuldigingen waar zijn. Alsof iedereen het onderliggende patroon onmiddellijk herkent als een feitelijke situatie, mogelijk uit eigen ervaring. En ook wordt verhoudingsgewijs weinig geprotesteerd tegen de juistheid van het protest. Dat kan natuurlijk uit angst zijn voor de te verwachten reactie: iedereen (Oliver Stone, Jessica Durlacher) die ook maar iets zegt ter relativering kan rekenen op een flinke lading bagger in de social media. Maar het wijst er ook op dat veel toeschouwers het eenvoudig ermee eens zijn dat het macho gedragspatroon aan de kaak gesteld wordt. Dat het echt niet meer kan. Ofwel: dat het hoog tijd is dat de mensenmaatschappij zich verder verwijdert van die van de chimpansees, en van ongelijkheid naar gelijkheid beweegt. Omgekeerd: wie berustend zegt ‘zo zijn mannen nu eenmaal’, gaat er eigenlijk van uit dat mensen een onveranderlijke kern hebben en altijd dezelfde aangeklede apen zullen blijven. Terwijl wij nu juist bij uitstek kunnen veranderen. En dat ook doen.

Bij de #MeToo actie horen ook onwenselijke verschijnselen. Het openlijk met naam en toenaam beschuldigen van ‘daders’ – lang niet allemaal zulke machtige mannen als Weinstein – dreigt de vorm aan te nemen van een trial by media en van lynchjustitie. De beschuldigden cq. ‘verdachten’ (vaak zijn er geen aangiften gedaan en is dus geen sprake van een officiële verdenking) zijn eigenlijk bij voorbaat veroordeeld en krijgen weinig kans zich te verdedigen, of hun naam te redden. Mij bevalt dat slecht. Hier steekt het recht van de sterkste op een onverwachte manier weer zijn kop op, in de vorm van het recht van de verenigde zwaksten. En tegelijk zie ik ook wel in dat deze ‘zwaksten’ soms nauwelijks een andere keus hebben dan het hun aangedane onrecht uit te schreeuwen. Zolang machtige mannen een leger aan juristen kunnen inschakelen, compleet met zwijgcontracten en de dreiging om een carrière te breken – zit er weinig anders op dan gebruik te maken van het bodemrecht om (toch) je mond open te doen. Bij een revolutie neemt de onderliggende partij het recht in eigen hand. Ik hoop dat dat tijdelijk is, want eigenrichting gebruiken als middel staat haaks op het doel dat eigenlijk wordt nagestreefd, van rechtvaardigheid. Dat ik toch de zijde kies van de #MeToo-vrouwen (en mannen) komt omdat ik meen dat zij voor de juiste richting staan: tegen machtsongelijkheid en voor rechtvaardigheid. Het is te hopen dat de hoeveelheid lynchjustitie beperkt blijft, maar misschien is het de prijs die betaald moet worden voor het bereiken van grotere gelijkheid.

Een andere ergernis is dat ik, zelf regisseur in film en theater, er langzamerhand genoeg van krijg dat mijn beroep tevoorschijn komt als een bastion van ouderwetse manlijkheid, machtsaanwending en alfa-aapgedrag. Zeker, seksisme komt voor en ik denk dat het toen ik begon, in de jaren zeventig, vaker voorkwam dan nu. Maar het is niet het gedrag en de houding die wij als manlijke filmstudenten hadden, of die ik ken van mijn vrienden filmmakers. Juist niet! Wij vonden dat ouderwets macho-gedoe, horend bij een overleefd model van manlijkheid: de John Wayne/James Bond man, schitterend geparodieerd door Jean-Paul Belmondo in de film Le Magnifique. Wij, jongvolwassenen in de jaren zeventig, waren juist bezig om de nieuwe man te ontdekken en het patroon voor nieuwe manlijkheid te verkennen in een wereld waarin vrouwen vanzelfsprekend je gelijke zijn.** Wij maakten grappen over het oude model: ‘Hi, I’m a filmproducer, let’s go to my flat’ – voor ons was het stof voor een absurde Monty Pythonscène. Geen moment hadden we geloofd dat decennia later serieuze filmmakers deze zin serieus zouden zeggen tegen vrouwen die er ook nog serieus op in zouden gaan. Of dat oudere toneeldocenten zoiets als hitsig sms-je zouden sturen naar hun studentes.

Als mij iets verbaast bij mijn geslachtsgenoten is het wel dat dit overleefde model zo hardnekkig blijft voortbestaan. En kennelijk nog steeds jonge vrouwen weet te intimideren. Moesten ze er nooit eens hartelijk om lachen? Dat zou nog steeds een goede tegenstrategie zijn. Want het oude model van natuurlijke mannelijke dominantie is on its way out, in film en in de rest van de wereld, daar ben ik van overtuigd. Maar het gaat langzaam.

 

* Frans de Waal  Our inner ape (2005)
** Zie mijn eerdere blogs: over /Robby Müller en de nieuwe man, en Donald Trump idem dito.
De volgende blog in deze serie is WeToo