‘Een dief zijn van je eigen portemonnee’

geplaatst in: Filosofie, Maatschappij, Taal, Uitdrukkingen | 0

7 mei 2017  (In de serie Aangenomen onwaarheden en rare uitdrukkingen )

Dit moet je vooral niet zijn. Dit is wel een van de domste dingen die je kunt doen. Tenminste, zo willen de diverse gebruikers van de uitdrukking het ons voorstellen. Als je een televisie koopt, of een wasmachine, zoek je natuurlijk eerst naar het goedkoopste adres voor die aankoop. Anders ben je immers een dief van je eigen portemonnee. Voor energie ga je toch geen cent teveel betalen? Dus kijk je eerst op een vergelijkingsportaal, of stapt meteen over naar de nieuwe aanbieder X, die volgens het bijgeleverde tabelletje vele euro’s per maand goedkoper is dan alle andere leveranciers. Wacht dus niet, de aanbieding loopt slechts tot morgenavond, want anders ben je… En wie wil dat nou? Wat je voor die paar euro inlevert aan dienstverlening wordt er niet bij verteld. Wat je ermee op je hals haalt aan ergernis over de onbereikbaarheid van de nieuwe firma, over het niet functioneren van de beloofde vloeiende overgang en over alle mogelijk start- en bijkomende kosten evenmin. Maar helaas! Te laat! De angst om een dief te zijn van de eigen portemonnee is zo groot geweest, dat de sprong al gemaakt is. En de portemonnee? Die is onderweg uit de binnenzak gevallen en opengegaan. Nou ja, afijn, alles beter dan jezelf bestelen.

Want dat betekent deze uitdrukking. Of duidelijker en gewoner: teveel geld uitgeven. Maar wat een raar beeld is ervoor gekozen! Iemand die werkelijk zijn (of haar? of doen vrouwen zoiets stoms niet?) eigen portemonnee steelt… ja, die is heel vreemd bezig. Want het eindresultaat van deze ‘diefstal’ is namelijk dat de eigenaar zijn bezit nog steeds heeft, hij is daar geen cent armer op geworden. Leuk beeld: een boef met een maskertje op, zoals in oude kinderfilms, graaft geheimzinnig in zijn binnenzak, vist er een dikke vette portefeuille uit, zet grote ogen op, zegt zachtjes ‘Haha!’ en stopt het ding vervolgens in zijn eigen achterzak. Dit is de dief van de eigen portemonnee. Puur absurdistisch theater.

Bedoelen ze misschien: ‘dan ben je een dief uit je eigen portemonnee’? Dat is wel preciezer geformuleerd, maar komt toch neer op hetzelfde absurde filmpje. Nu met een euromunt in de hoofdrol, die vanuit de portemonnee in de achterzak belandt. Wat echt bedoeld wordt is ‘geef nooit teveel weg uit je eigen portemonnee’ (wel uit die van een ander?) en misschien zelfs: ‘laat anderen niets pikken uit jouw portemonnee’ (zinnig advies). En anders ben je een sukkel die beter had kunnen weten.

Afijn, het zinnetje is een originele Cruyff-creatie, dus dan is het absurdisme gegarandeerd. Het stamt uit 1974, werd gedaan naar aanleiding van onderhandelingen van de nationale voetballers met de KNVB en betekende toen dus ‘zorg dat je genoeg verdient’ (zinnig advies). Maar veertig jaar later is het niet meer zo om te lachen. Het gezegde wordt inmiddels niet alleen driftig gehanteerd door reclamemakers en lobbyisten, het heeft een veel bredere invloed gekregen. Als grondgedachte lijkt het minstens zo populair bij veel beleidsmakers en politici, met name die van de VVD. Je zou het de slogan van het vrije marktdenken kunnen noemen. Het hangt als een motto boven het neoliberale beleid van privatisering en marktwerking: nooit teveel uitgeven en een vrije keuze tussen concurrenten, dan blijven de prijzen vanzelf laag. Inmiddels weten we dat dit allemaal niet waar is. De vrije markt is niet vrij en ook niet per sé concurrerend: al bij de bouwfraude (2001) bleek dat de zogenaamde concurrenten samen afspraken konden maken zodat de prijzen omhoog en zij er allemaal op vooruit gingen. De consumenten, de burgers, die sukkels met hun portemonnees, betaalden de rekening. Alle rekeningen. De dieven uit die portemonnees dat zijn niet de burgers die compleet verdwalen in een wereld vol vrije keuzes die teveel tijd kosten en uiteindelijk weinig tot niets opleveren. Het zijn de slimme bedrijven die van alle verwarring en het info-overschot gebruik maken door de prijzen een beetje te verhogen. Bij dienstverleningen die eigenlijk gewoon nutsvoorzieningen van staatswege horen te zijn (energie, water, vervoer, mogelijk ook breedband) winnen we niets door de zogenaamde marktwerking en worden de zaken alleen maar duurder. Straks is de eigen portemonnee zo dun dat er niets meer uit te stelen valt. Drie keer raden waar het geld gebleven is. In die zin is het zinnetje tot een verraderlijke leugen geworden.

Er is nog een ander nadeel aan dit gezegde en de mentaliteit waar het tegenwoordig voor staat. Door zoveel nadruk te leggen op geld wordt de materiële kant van het bestaan overgewaardeerd. Het ergste wat je kan gebeuren is dat je vijf euro meer betaalt omdat je geen zin hebt aan een aankoop nog meer uren van je tijd te besteden. Het wordt er in gehamerd dat dit de kant van het bestaan is waar we op moeten letten. Hand op de knip en opletten! Door dezelfde beleidsmakers die de begroting voor de kunsten halveren, zwaar bezuinigen op de zorguitgaven en de ontwikkelingsgelden. Dat we zo intussen massaal ‘dieven van onze eigen geest’ worden (sorry voor het overnemen van de gemankeerde uitdrukking), om nog maar te zwijgen van ‘dieven van onze ziel’ en ‘dieven van onze planeet’ – wie zal dat nog opmerken? Alles met innige instemming van onze grootste politieke partij, die een vrijheid belooft die eigenlijk een slavernij aan geld en eigenbelang behelst. Echte vrijheid, dat betekent zelf je uitgaven bepalen, misschien zelfs met geld strooien, en genoeg tijd overhouden om dingen te doen die jou belangrijk lijken (zoals anderen mee laten delen). Je kunt niet van jezelf stelen, wel jezelf benadelen. Als de angst daarvoor te groot wordt benadeel je jezelf pas goed.