Een bodem voor Europa

geplaatst in: Filosofie, Maatschappij, Politiek | 0

veelkleurige-bloemenlijst

(21 sept 2016)

In plaats van democratie, ‘de westerse waarden’, ‘de grondwet’ of ‘de judeo-christelijke traditie’ aan te roepen in de voortgaande discussie over wat ‘ons’ nu eigenlijk verbindt lijkt het me zinnig en concreter om ons te richten op het begrip pluraliteit.

Pluraliteit wil zeggen: veelvoud. Meervoudigheid. Variatie. Een plurale, of pluralistisch ingerichte maatschappij omvat niet alleen veel mensen, maar vooral ook veel onderlinge verschillen. Er bestaat meervoudigheid van groepen en van individuen, zowel qua uiterlijk(lichamelijk) als qua opvattingen (geestelijk) en gebruiken (allebei). Je kan ook zeggen: pas een plurale maatschappij garandeert de mogelijkheid van individualisme. En omgekeerd stimuleert individualisme het ontstaan van pluraliteit. Of diversiteit, om een modieuzere term te gebruiken. Anders leven er wel veel mensen samen, maar met weinig uitgesproken onderling verschil.

Dit pluralisme lijkt mij de eigenlijke bodem van wat wel het westerse beschavingsmodel wordt genoemd (bijvoorbeeld door Huntington). Waarmee niet gesuggereerd wordt dat dit altijd zo geweest is, noch dat het daar steeds is nagestreefd. Het is een verworvenheid die met vallen en opstaan tot stand is gekomen. Ook is het iets anders dan het begrip dat in dit verband meestal gebruikt wordt: multiculturaliteit, ofwel smalend multiculti. Dat suggereert namelijk een naast elkaar bestaan van verschillende groepen zonder enig noodzakelijk verband, ook als deze groepen het fundamenteel oneens zijn. Een consequent geleefd pluralisme laat dat niet toe. Daar bestaat namelijk wel degelijk zo’n verband: het idee van pluraliteit zelf, dat gedeeld en ondersteund moet worden.

Om zo’n plurale maatschappij mogelijk te maken zijn eigenlijk slechts twee politieke elementen nodig: tolerantie en een geweldsmonopolie voor de staat. (Je hebt er niet per sé democratie voor nodig, zoals vaak wordt beweerd. Democratie is als staatsvorm op zichzelf wenselijk, maar kan tolerantie niet garanderen. En ook onder een verlichte aristocratie kan tolerantie bestaan. Het terugvallen op ‘democratie’ als minimumvoorwaarde is niet fundamenteel genoeg.) De tolerantie geldt niet alleen verticaal, van de staat naar de burgers, maar evengoed horizontaal, tussen de burgers onderling. Het is een simpel maar essentieel idee, waarbij men accepteert dat er verschillen bestaan en men ze laat bestaan. Zelfs als men grote bezwaren tegen de ander heeft, of tegen de andere opvatting. Je kan het de geestelijke kant van tolerantie noemen: in wezen een idee, dat je op school en thuis aangeleerd en voorgeleefd kunt krijgen.

Maar er is nog iets meer nodig om dit idee werkelijk te verankeren in een samenleving. Dat is het instellen van een geweldsmonopolie voor de staat (dwz voor politie, justitie en leger) en dus het weghalen van de mogelijkheid van geweldsgebruik bij de burgers. Het is te zien als de lichamelijke kant van tolerantie. En die is hard nodig, want het idee alleen biedt niet genoeg garanties tegen impulsiviteit, opborrelende emoties of tegengestelde gedachten, die kunnen leiden tot de wens om die ander met zijn afwijkende gedachten snel een kopje kleiner te maken. Je moet het onderlinge geweld uitsluiten.

Om een plurale maatschappij te verwezenlijken hebben we vóór alles geweldloze tolerantie nodig. De zeventiende eeuwse filosofen Spinoza en Locke, voordenkers van het tolerantiebegrip, wezen beiden op de praktische bodemvoorwaarde die op zijn beurt nodig is om dit te realiseren: een scheiding van staat en kerk cq. religie. Dat wil zeggen dat religie zich niet (meer) kan bemoeien met wereldse zaken. Religie wordt namelijk gekenmerkt door het hanteren van één waarheid. En die komt al snel in conflict met het idee van pluraliteit (meer waarheden) en dus ook met tolerantie. Maar we hoeven niet alleen aan religie te denken als voorbeeld van zo’n één-waarheidssysteem, dat intolerant is voor andersdenkenden. De grote totalitaire systemen van de 20e eeuw, het fascisme en het communisme, waren dat net zo goed. Telkens gaat het daarin om het onderdrukken van meervoudigheid en een ontkennen van individualisme.

Het plurale, individualistische, tolerante model is de grote verworvenheid van de moderne seculiere maatschappij, zoals die op veel plaatsen in het westen gerealiseerd is. En in veel landen van Europa. Het loopt veelal gelijk op met het realiseren van een democratische staatsvorm. Maar voor het behoud en de uitbouw ervan is het niet zozeer de democratie zelf die verdedigd moet worden, als wel de ideeën daarónder. Bijvoorbeeld tegen de schutter van Orlando, de straatmoordenaar in Engeland, de Islamistische terroristen of de ultrarechtse brandstichters in asielzoekerscentra – telkens gaat het om intolerantie gepaard aan het grijpen naar geweld. Zulk geweld is nooit gerechtvaardigd in onze maatschappij. En intolerantie als houding is levensgevaarlijk voor ons allemaal.

Pluraliteit, dus geweldloze tolerantie, in een seculiere staat. Het is een bodem die de gebruikelijke onderscheiden naar godsdienst, cultuur, etniciteit of zelfs ras overstijgt en overbodig maakt. Mijn voorstel is om dit fundament (opnieuw) naar voren te halen en te promoten. Nationaal, in Nederland of Duitsland, maar beter nog als grondleggend idee voor een verenigd Europa. In onderwijs, opvoeding en met leuke korte filmpjes voor op de smartphone. Daarmee kan het Europese samenlevingsgebouw inhoudelijk gefundeerd worden. Een fundering die nog ruimte genoeg laat voor lokale verschillen bij de uitwerking.

Maar wacht even. Gaat het bij zo’n Europese bodem dan niet om de waarden van de Franse revolutie? Zijn we die nu helemaal vergeten? Nee. Pluraliteit cq. individualiteit betekent niets anders dan dat mensen zowel vrij zijn (om zelf hun richting te bepalen) als gelijk (om dat allen evenzeer te doen). En ‘broederschap’, de derde uit het beroemde rijtje, betekent niets anders dan dat je de bovenstaande ideeën ondersteunt voor allen en niet alleen voor jezelf. Pluraliteit en geweldloze tolerantie, dat is genoeg. De echte strijd gaat tegen de intoleranten en gewelddadigen.

 

Meer over Locke, Spinoza en tolerantie in J. Rood De kwestie Pegida Hoofdstuk 4.
Een bespreking van verschillende wereldbeschavingen in Samuel Huntington The clash of the civilizations or the remaking of world order (1996).